De Ethernet-aansluiting heeft twee indicatielampjes die de status van de netwerkaansluiting aanduiden.
Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje
knippert, worden er gegevens overgedragen.
Draadloze verbindingen
Bij een draadloze verbinding worden er gegevens overgebracht via radiogolven, zonder dat er kabels of
snoeren worden gebruikt.
De draadloos-LAN-verbinding gebruiken
Een draadloos Local Area Network (LAN) bestrijkt een relatief klein gebied, zoals een kantoorgebouw of
een woonhuis. Apparaten die werken op basis van de 802.11-standaarden kunnen verbinding maken met
dit netwerktype.
Uw computer is uitgerust met een draadloos-netwerkkaart waarmee u draadloze verbindingen tot stand kunt
brengen en de status van die verbindingen in de gaten kunt houden.
U kunt als volgt een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen:
1. Schakel de functie voor de draadloze verbinding in.
2. Klik op het statuspictogram voor draadloze netwerkverbindingen in het systeemvak van Windows. Er
wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
3. Dubbelklik op een netwerk om verbinding mee te maken. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.
De computer maakt automatisch verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk dat wordt herkend als
de locatie verandert. Als het beschikbare draadloze netwerk is beveiligd, geeft u het vereiste wachtwoord
op. Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen.
Tips voor het gebruik van de draadloos-LAN-functie
Houd u aan de volgende richtlijnen om de beste verbinding te verkrijgen:
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
31