Inhoudsopgave
Advertenties
Tips voor het gebruik van netwerkadapters
•
Controleer of de adapter goed is aangesloten.
•
Controleer of de computer is ingeschakeld.
•
Controleer of u het juiste IP-adres hebt opgegeven.
Printer delen in een Windows-omgeving
1
Bereid de computers voor op het delen van de printer.
a
Schakel in het Configuratiescherm de optie Bestands- en printerdeling in bij Netwerk om ervoor te zorgen
dat alle computers waarvoor de printer wordt gebruikt, toegankelijk zijn. Raadpleeg de documentatie bij
Windows voor meer informatie.
b
Installeer de printersoftware op alle computers waarvoor de printer wordt gebruikt.
2
Identificeer de printer.
Ga als volgt te werk op de computer die is aangesloten op de printer:
a
Klik op Start
Instellingen
b
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Lexmark 5300 Series.
c
Klik op Delen.
d
Klik op Gedeeld als en geef de printer een passende naam.
e
Klik op OK.
3
Zoek de printer vanaf de computer op afstand.
Opmerking: de computer op afstand is de computer die niet is aangesloten op de printer.
a
Klik op Start
Instellingen
b
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Lexmark 5300 Series.
c
Klik op Eigenschappen.
d
Klik op de tab Poorten en vervolgens op de knop Poort toevoegen.
e
Selecteer Lokale poort en klik op de knop Nieuwe poort.
f
Typ de UNC-naam (Universal Naming Convention; uniforme naamgevingsregels) voor de poort. Deze bestaat
uit de naam van de server en de naam van de printer die is opgegeven in stap 2 op pagina 46. De naam moet
de volgende notatie hebben:
g
Klik op OK.
h
Klik op Sluiten in het dialoogvenster Printerpoorten.
i
Controleer of de nieuwe poort is geselecteerd op het tabblad Poorten en klik op Toepassen.
De nieuwe poort wordt weergegeven bij de naam van de printer.
j
Klik op OK.
Printers of Printers en faxapparaten.
Printers of Printers en faxapparaten.
.
Algemene informatie over netwerken
46
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
