Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 10: Instelbare drukbegrenzingsklep (aanhaalmoment instellen)
1.
Draai de borgmoer van de drukbegrenzingsklep los.
2.
Houd de groene ON/ADV-knop op de afstandsbediening
ingedrukt om de pomp te starten. Observeer de drukwaarde
die de hydraulische manometer aangeeft.
3.
Terwijl u nog steeds de groene ON/ADV-knop ingedrukt houdt:
• Draai de stelknop van de drukbegrenzingsklep langzaam met
de klok mee om de druk te verhogen tot de gewenste waarde.
• Draai de stelknop van de drukbegrenzingsklep langzaam
tegen de klok in als u de druk wilt verlagen.
U moet de groene ON/ADV-knop loslaten en daarna weer
OPMERKING
indrukken om de drukinstelling te kunnen controleren wanneer u
deze instelling verlaagt.
4.
Herhaal de stappen 2 en 3 totdat de gewenste hydraulische
drukinstelling is bereikt. Draai vervolgens de borgmoer van de
drukbegrenzingsklep aan om de instelling vast te zetten.
5.
Start en stop de pomp meerdere keren om de instelling te
verifiëren.
8.6 Hydraulische slangen ontkoppelen
Koppel de slangen na gebruik als volgt los:
1.
Controleer of de manometer van de pomp een druk van
nul (0) bar/psi aangeeft. Als er nog restdruk is, neemt u de druk
weg zoals beschreven in paragraaf 8.3.
L4463 (
.
)
rev
d
+
-
1
2
Onderdelen:
1. Stelknop
2. Borgmoer
2.
Sluit de persluchttoevoer van de pomp af. Overtuig u ervan
dat de drukmeter van de luchtfilter/regelaar een druk van
nul (0) bar/psi aangeeft.
3.
Draai bij de hydraulische pomppoorten A en B de kragen van
de inwendige koppelingshelften los. Koppel de slangen los
van de pomp.
4.
Plaats stofkappen op de koppelingen van de pomp en de
slangen om verontreiniging te voorkomen.
9.0 ONDERHOUD
9.1 Olie vervangen en het oliereservoir
Vervang na elke 250 bedrijfsuren de olie in het hydraulische
oliereservoir. Als de pomp wordt gebruikt in een zeer stoffige
omgeving of bij hoge temperaturen, moet de olie vaker worden
vervangen.
Volg de onderstaande stappen om de olie te verversen. Zie Figuur
11.
1.
Stop de pomp en geef de hydraulische druk vrij. Overtuig
u ervan dat de manometer een hydraulische druk van
nul (0) bar/psi aangeeft.
2.
Sluit de persluchttoevoer af. Overtuig u ervan dat de
drukmeter van de luchtfilter/regelaar een druk van nul (0) bar/
psi aangeeft.
3.
Ontkoppel de slang voor de persluchttoevoer van de
luchtinlaat op de pomp.
4.
Plaats de pomp op een werkbank of een andere stevige,
geschikte ondergrond. Plaats een opvangbak onder de plug
van de aftapopening. Het oliereservoir heeft een capaciteit
van ongeveer 6,6 liter [1,75 gallons].
5.
Draai de olieaftapplug langzaam los en verwijder de plug. Laat
alle gebruikte olie uit het reservoir in de opvangbak lopen.
Onderdelen:
1. Olievulplug
2. Ontluchter
(zie Figuur 2)
3. Olieaftapplug
Figuur 11: Locaties van bijvulplug, aftapplug en ontluchter
(hydraulisch stuurventiel is weggelaten)
1
2
3
13
Advertenties
Inhoudsopgave
