6.5 Voorzorgsmaatregelen voor luchtfilter/regelaar en oliever-
nevelaar
LET OP
Als de onderstaande voorzorgsmaatregelen en
aanwijzingen niet worden opgevolgd, kunnen de reservoirs van de
luchtfilter/regelaar en/of de olievernevelaar breken of scheuren. Dit
kan leiden tot ongevallen met lichamelijk letsel:
• De vaten van de luchtfilter/regelaar en de olievernevelaar zijn
gemaakt van duurzaam thermoplastisch materiaal.
• Om te voorkomen dat de vaten barsten of op een andere
manier beschadigd raken, mogen de vaten nooit via de
luchtstroom of tijdens het schoonmaken aan de buitenkant
in contact komen met oplosmiddelen of andere chemicaliën.
Gebruik bij het schoonmaken alleen een milde zeepoplossing.
• Informeer bij de fabrikant van de luchtfilter/regelaar en de
olievernevelaar als u wilt weten of de in het persluchtsysteem
of de werkomgeving aanwezige stoffen mogelijk schadelijk
zijn voor deze onderdelen.
LET OP
Sluit altijd de persluchttoevoer af en ontkoppel
de luchtslang van de pomp voordat u het vat van het luchtfilter of
de olievernevelaar om welke reden dan ook verwijdert. Het niet
opvolgen van deze instructie kan ertoe leiden dat er perslucht of olie
uit de olievernevelaar onder hoge druk vrijkomt. Dit kan leiden tot
ongevallen met lichamelijk letsel.
6.6 Olievernevelaar – olie bijvullen
De olievernevelaar injecteert olie in de persluchtstroom om de
luchtmotor van de pomp te smeren. Zie Figuur 6. U moet zelf
geschikte olie aan de olievernevelaar toevoegen voordat u de pomp
in gebruik neemt.
DRUPPEL-
SNELHEID
7
6
VOL
5
MIN
LEEG
OLIEPEIL VAN VERNEVELAAR
10
8
7
6
5
MAX
Figuur 6: Luchtfilter/regelaar en olievernevelaar
Het aanbevolen smeermiddel voor de luchtmotor is een olie op
petroleumbasis met een viscositeit van 100 tot 200 SUS bij 38°C
[100°F] en een anilinepunt hoger dan 93°C [200°F]. Gebruik nooit
smeermiddelen op basis van alcohol of ethanol, omdat deze de
onderdelen van de olievernevelaar kunnen beschadigen.
Volg de onderstaande stappen om olie toe te voegen aan de
olievernevelaar:
1.
Sluit de persluchttoevoer af. Ontkoppel de toevoerleiding
voor de perslucht van de luchtinlaat op de pomp.
2.
Verwijder de bijvulplug aan de bovenkant van de
olievernevelaar.
3.
Vul langzaam olie bij. Zie de illustratie van het oliepeil in
Figuur 6.
• Gebruik een trechter of een fles met een lange tuit om lekken
te voorkomen. Steek het uiteinde van de trechter of tuit
volledig in de verzonken vulopening van de olievernevelaar.
• De olievernevelaar is volledig gevuld wanneer het oliepeil tot
aan het bovenste venster van het vernevelaarvat komt, maar
niet hoger dan dat. Vul NIET te veel olie bij!
4.
Plaats de bijvulplug na afloop weer terug.
GEBRUIK DE POMP NOOIT ZONDER LUCHTSMERING.
OPMERKING
Het is voor de levensduur van de luchtmotor essentieel dat de
hoeveelheid olie in de olievernevelaar goed op peil blijft.
De olievernevelaar moet regelmatig met de juiste smeerolie worden
bijgevuld VOORDAT het vernevelaarvat leeg raakt. Als de pomp
zonder luchtsmering wordt gebruikt, raakt de luchtmotor voortijdig
versleten.
Voor een goede smering moet u ook de druppelsnelheid van
de olievernevelaar goed instellen, zoals wordt beschreven in
paragraaf 6.7.
1
8
2
8
7
6
3
5
4
MIN
1
1
Indrukken om te vergrendelen
2
2
Onderdelen:
1. Instelknop voor luchtdruk
2. Luchtdrukmeter
3
3. Luchtfilter/regelaar
4. Condensaat-aftappunt
3
met G1/8" koppeling
(automatische aftap)
5. Olievernevelaar
6. Vizier olievernevelaar
MAX
7. Stelschroef voor
olievernevelaar
4
8. Bijvulplug voor olievernevelaar
4
L4463 (
LUCHT
.
)
rev
d