•
Maaiomstandigheden met hoog, dicht gras.
•
Vochtige omstandigheden.
•
Vermindert het energieverbruik van de machine.
•
Maakt hogere rijsnelheid mogelijk in zware
omstandigheden.
Zijafvoer gebruiken
Uitsluitend model 31890
De maai-eenheid van model 31890 is uitgerust met
een scharnierende grasgeleider, die het maaisel
zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert.
GEVAAR
Als de grasgeleider, afsluiter van de afvoer
of de grasvanger niet op de juiste plaats zijn
gemonteerd, is er gevaar voor contact met
de messen of uitgeworpen voorwerpen voor
uzelf en anderen. Contact met het draaiende
maaimes en uitgeworpen voorwerpen kan
lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het
maaidek omdat hiermee het maaisel
wordt afgevoerd naar het gazon. Een
beschadigde grasgeleider moet direct
worden vervangen.
• Steek nooit handen of voeten onder het
maaidek.
• U mag het uitwerpgebied en de
maaimessen niet reinigen tenzij u de
aftakasschakelaar hebt
contactsleuteltje naar de stand uit hebt
gedraaid, het sleuteltje hebt verwijderd en
de afkoppelschakelaar van de accu op U
hebt gedraaid.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
Tips voor bediening en
gebruik
Maaikwaliteit
Maairichting
Maai afwisselend in verschillende richtingen om te
voorkomen dat er na verloop van tijd voren op de
grasmat ontstaan. Dit zorgt ook voor een betere
verspreiding van het maaisel, wat de vertering en
bemesting ten goede komt.
, het
UITGESCHAKELD
IT
Maaisnelheid
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u maaien
bij een lagere rijsnelheid.
Gras niet te kort afmaaien
Als de maaibreedte van de maai-eenheid groter is
dan die van de maaier die u voorheen gebruikte, zet u
de maaihoogte één stand hoger. Hierdoor voorkomt u
dat oneffenheden te kort worden afgemaaid.
Kies de juiste maaihoogte-
instelling voor de omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 2,5 cm of niet meer
dan ⅓ van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en
dicht gras moet u wellicht de snelheid aanpassen
en/of de maaihoogte-instelling een stap omhoog
zetten.
Lang gras
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten
groeien of als het een hoog vochtgehalte heeft, moet
u de maaihoogte hoger dan normaal instellen en het
gras maaien. Maai het gras daarna op de lagere,
normale hoogte.
De maai-eenheid schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de
onderkant van de maai-eenheid. Als zich gras en vuil
in de maai-eenheid ophopen, leidt dat uiteindelijk tot
een onbevredigend maairesultaat.
Houd de accubehuizing en de maai-eenheden vrij van
overtollig vet, gras en bladeren om het risico op brand
te verminderen. Veeg eventueel gemorste olie weg.
Onderhoud van maaimessen
•
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een
scherp maaimes; een scherp mes snijdt het gras
goed af zonder het te scheuren of te rafelen. Door
scheuren en kwetsen wordt het gras bruin aan
de randen, waardoor het langzamer groeit en
gevoeliger is voor ziekten.
•
Controleer elke dag of de maaimessen scherp
zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de
messen indien dit nodig is.
•
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u
het onmiddellijk vervangen door een origineel
Toro mes. Zie
Mes(sen) van de maai-eenheden
verwijderen en monteren (bladz.
16
20).