®
ABB i-bus
KNX
Algemeen
1.2
Product- en functieoverzicht
Da analoge uitgang beschikt over 4 c.q. 2 analoge uitgangen die als spannings- of stroomuitgang (niet van
toepassing voor AA/A) kunnen worden gedefinieerd en die via de software in een van de hieronder
vermelde formaten kunnen worden ingesteld. Onnodige uitgangen kunnen worden gedeactiveerd.
Hierbij worden vooraf verschillende signaaluitgangen met deels bijzonder gedrag geconfigureerd.
Spanningssignalen:
Uitgang
0...1 V
0...5 V
0...10 V
1...10 V
Stroomsignalen (niet van toepassing voor AA/A):
Uitgang
0...20 mA
4...20 mA
De uitgangswaarden kunnen via een overkoepelende besturing gedwongen worden gestuurd.
Verder kunnen via de functie Karakteristiek bepaalde richtingen worden opgegeven voor de uitgangen.
Het is mogelijk om per kanaal tot 16 scènes toe te wijzen.
Opmerking
Om de analoge uitgang AA/S te kunnen gebruiken, is een externe voeding van 100 – 240 V AC
spanningsvoorziening, 50/60 Hz nodig.
Voor de analoge uitgang AA/A is geen hulpspanning nodig.
Gedrag
Geen bijzonderheden
Geen bijzonderheden
Geen bijzonderheden
Gebruik voor het aansturen van
EVg tot 1 mA mogelijk
Gedrag
Geen bijzonderheden
Geen bijzonderheden
Toepassing
Als instelsignaal, bijv. HVAC-gebied
Als instelsignaal
Als instelsignaal, meest gebruikt instelsignaal in HVAC-gebied
Als instelsignaal, vaak gebruikt voor de belichting
Toepassing
Als instelsignaal
Als instelsignaal, voor de stroomvoorziening van actieve onderdelen
AA/S 4.1.2, AA/A 2.1.2 | 2CDC505163D3101 5