ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
3.2.5.1
Parametervenster Ruimtetoestand x
Dit parametervenster is zichtbaar als in het parametervenster Vrijgave ruimtetoestanden 1...16 bij de
parameter Ruimtetoestanden vrijgeven de optie Ja is geselecteerd en bij de parameter Ruimtetoestand x
en y de optie vrijgeven.
Opmerking
In de volgende parameterbeschrijvingen worden de ruimtetoestanden 1...16 aangeduid met x en y
omdat de functies voor alle ruimtetoestanden gelijk zijn. Daarbij staat x voor de oneven
ruimtetoestanden 1/3/5/7/9/11/13 en 15 en y voor de even ruimtetoestanden 2/4/6/8/10/12/14 en 16.
Oproep bij objectwaarde = 0 (object
"Ruimtetoestand 1...16 oproepen")
<−−− OPMERKING
De ruimtetoestanden worden geactiveerd via communicatieobject nr. 2 Ruimtetoestand 1...16 oproepen.
Dit betekent dat Ruimtetoestand 1 wordt geactiveerd bij ontvangst van een 0, Ruimtetoestand 2 bij
ontvangst van een 1 enzovoort.
Zie voor meer informatie:
De ruimtetoestanden kunnen ook intern via de binaire ingangen worden geactiveerd. Daarbij worden de
ruimtetoestanden altijd paarsgewijs geactiveerd, bijvoorbeeld ruimtetoestand 5 bij ontvangst van een 0 en
ruimtetoestand 6 bij ontvangst van een 1.
Zie voor meer informatie:
Ruimtetoestand oproepen
bij terugkeer busspanning
Opties:
Via deze parameter wordt het gedrag na busspanningsterugkeer (BST) ingesteld.
•
Nee: na BST wordt de toestand ingesteld zoals die was bij uitval van de busspanning.
•
Ja: bij BST wordt deze ruimtetoestand geactiveerd.
80 2CDC 514 070 D3101 | RM/S 4.1
Communicatieobjecten
Communicatieobjecten
Nee
Ja
Algemeen, p. 88 en
Ruimtetoestand extern
Algemeen, p. 88 en
Ruimtetoestand extern
activeren, p. 118.
activeren, p. 118.