Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ABB i-bus KNX Ruimte Master RM/S 4.1 Handboek pagina 102

Inhoudsopgave

Advertenties

ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
Nr.
54
Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster A: Uitgang (6 A) voor de parameter Functie Dwangsturing
vrijgeven de optie Ja is geselecteerd en voor de parameter Objecttype "Dwangsturing" de optie 2 bit.
Via dit communicatieobject kan de uitgang gedwongen worden gestuurd, bijvoorbeeld door een overkoepelende besturing. De
objectwaarde geeft direct de dwangstand van het contact aan:
55
Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster A: Uitgang (6 A) voor de parameter Communicatieobject
vrijgeven "Status Schakelen" 1 bit de optie Ja is geselecteerd.
Er kan worden ingesteld of de communicatieobjectwaarde Nee, alleen actualiseren, Bij verandering, Op aanvraag of Bij
verandering of op aanvraag op de bus wordt verzonden. De communicatieobjectwaarde geeft direct de huidige contactstand
van het schakelrelais weer.
De statuswaarde is inverteerbaar.
Telegramwaarde
56
Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster - Logica voor de parameter Logische poort 1 activeren de
optie Ja is geselecteerd. Het parametervenster - Logica wordt vrijgegeven in het parametervenster A: Uitgang (6 A).
Via dit communicatieobject kan het eerste van twee logicacommunicatieobjecten aan de uitgang worden toegewezen. De
logische poort wordt ingesteld in het parametervenster - Logica.
Eerst wordt het schakelcommunicatieobject aan het communicatieobject Log. poort 1 gekoppeld. Het resultaat daarvan wordt
aan het communicatieobject Log. poort 2 gekoppeld.
Zie voor meer informatie: Poort/Logica, p. 107
57
Zie communicatieobject 56.
100 2CDC 514 070 D3101 | RM/S 4.1
Functie
Dwangsturing
0 of 1 = de uitgang wordt niet gedwongen gestuurd.
2 = de uitgang wordt gedwongen uitgeschakeld.
3 = de uitgang wordt gedwongen ingeschakeld.
Status Schakelen
1 = relais AAN of UIT, afhankelijk van parameterinstelling
0 = relais UIT of AAN, afhankelijk van parameterinstelling
Log. poort 1
Opmerking
De waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 worden bij uitval van de busspanning opgeslagen. Bij
terugkeer van de busspanning worden deze waarden weer hersteld.
Als er geen waarden aan de communicatieobjecten Log. poort 1/2 zijn toegewezen, worden deze gedeactiveerd.
Bij een reset via de bus blijven de waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 ongewijzigd.
Log. poort 2
Objectnaam
Uitgang A (6 A)
Uitgang A (6 A)
Uitgang A (6 A)
Uitgang A (6 A)
Gegevenstype
Flags
2 bits
C, W
DPT 2.001
1 bit
C, R, T
DPT 1.001
1 bit
C, W
DPT 1.002
1 bit
C, W
DPT 1.002

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave