Faxen/Spec. Functies
Kaart Formaat
X
Y
3
X
• Het verzendformaat wordt automatisch geselecteerd op basis van het origineelformaat dat u hebt ingevoerd.
• Nadat u Kaart Formaat hebt geselecteerd, kunt u de toets [Origineel] in het basisscherm indrukken om het
scanformaat van het origineel of het verzendformaat te wijzigen. In dit geval verschijnt het scherm van stap 3 als u
de toets scanformaat indrukt. Raadpleeg
procedure voor het instellen van het verzendformaat.
(3)
Aan
5
10
15
Voorwaarde-
Instellingen
AAA AAA
Adresoverzicht
CCC CCC
Adresinvoer
EEE EEE
Globaal
GGG GGG
Adres Zoeken
4
Subadres
III III
Veelgebruikt
Adres sorteren
Een bestemming kan behalve door selectie van een sneltoets ook door het opgeven van een zoeknummer worden
opgegeven. U kunt ook direct een faxnummer invoeren met de cijfertoetsen of een bestemming opzoeken in een
globaal adresboek. Zie voor meer informatie
(1)
(A)
(B)
Annuleren
86
(25~210)
Passend om
mm
te zenden
54
(25~210)
mm
Formaat
Herstellen
Y
(2)
Cc
BBB BBB
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
JJJ JJJ
ABCD
EFGHI
JKLMN
OPQRST
Geef het formaat van het origineel op.
(2)
(1) Voer het formaat van het origineel in.
OK
• Druk op de toets [X] en voer de horizontale afmeting (X)
OK
van het origineel in met de toetsen
• Druk op de toets [Y] en voer de verticale afmeting (X)
van het origineel in met de toetsen
(A) Druk op [Formaat Herstellen] om het origineelformaat
weer op het standaardformaat in te stellen.
(B) Druk op de [Passend om te zenden]-toets om het
formaat van de afbeelding automatisch te vergroten
of te verkleinen en deze aan te passen aan het
verzendformaat. Gebruik deze toets niet de wanneer
u het origineel wilt scannen op het formaat dat u hebt
ingevoerd.
(2) Druk op [OK].
"Het verzendformaat van het origineel
Voer het faxnummer van de bestemming
in.
(1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
1
2
(2) Druk op de sneltoets van de gewenste
bestemming.
(3) Druk op de toets [Aan].
UVWXYZ
"2. BESTEMMINGEN
78
opgeven" (pagina 51) voor de
INVOEREN" (pagina 16).
.
.