EEN PROGRAMMA GEBRUIKEN OM EEN FAX TE
VERZENDEN
Plaats het origineel.
1
Plaats het origineel in de lade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat in overeenstemming met de functies die
in het programma zijn opgeslagen.
Speciale functies selecteren.
(1) Druk op de toets [Spec. Functies].
2
(2) Druk op [Programma].
☞
Menu voor speciale functies (eerste scherm)
Programma
Programma A
3
Programma C
Programma E
Programma G
Programma I
Programma K
Programma : Programma C
0123456789
Scannen
Internetfax
Origineel
Belichting
Resolutie
Adresoverzicht
Spec. Functies
4
Bestand
Snelbestand
• Welk scherm verschijnt hangt af van de bestemming die is opgeslagen in het programma.
• U kunt de modus hier niet wijzigen.
• Functies die in het programma zijn opgeslagen kunnen hier niet worden geannuleerd.
(pagina 61)
(1)
(2)
OK
Programma B
Programma D
Programma F
Programma H
Programma J
Programma L
Faxen
USB-geh.scan
PC scan
Scannen:
A4
Verzenden:
Auto
Auto
Auto
Standaard
Automat. Ontvangst
Faxgeheugen:100
Roep het opgeslagen programma op.
(1) Druk op de gewenste programmatoets.
(2) Druk op [OK].
1
2
Selecteer de aanvullende instellingen.
Selecteer instellingen of functies die u wilt gebruiken en die niet
in een programma kunnen worden opgeslagen. De volgende
items kunnen worden geselecteerd.
• Afbeeldinstellingen: Scanformaat origineel, verzendformaat,
• Speciale functies: Timer-verzending, Kaart Formaat,
64
2-zijdig scannen
Opdracht Samenstel., Origineel gem.
form., Langzame scanmodus, Eigen naam
kiezen, Transmissie Rapport, Bestand,
Snelbestand