Als het klepje van de batterij/geheugenkaartsleuf al open
1
is, slaat u deze stap over en gaat u door met stap 2.
Houd de camera met de
onderkant naar boven en de
voorkant van de camera naar u
toe gericht. Schuif het klepje van
de batterij/geheugenkaartsleuf
aan de onderkant van de camera
van u af, in de richting van de achterkant van de camera.
Plaats de batterij in de grootste
2
sleuf (zie illustratie) en duw de
batterij naar binnen totdat het
ontgrendelingspalletje op zijn
plaats klikt.
Sluit het klepje van de batterij/
3
geheugenkaartsleuf door het
klepje naar beneden te duwen en
deze vervolgens naar de voorkant van de camera te
schuiven totdat het klepje op zijn plaats klikt.
Als u de batterij uit de camera wilt halen, schakelt u eerst de
camera uit. Open vervolgens het klepje van de batterij/
geheugenkaartsleuf, verschuif het ontgrendelingspalletje van
de batterij en kantel de camera, waarna de batterij uit de sleuf
wordt geschoven.
Hoofdstuk 1: Aan de slag
15