Hantering en bediening
WAARSCHUWING! Wegwerpbatterijen mogen niet worden
opgeladen. Laad alleen oplaadbare Ni‑MH‑batterijen op
Oplaadbare batterijen opladen
1. Sluit de USB‑C‑connector van de USB‑kabel aan op de USB‑C poort
op de batterijlader; sluit de USB‑A‑connector van de USB‑kabel aan op
de USB‑A‑poort van een gepaste voedingsbron van beschermingsklasse
II (niet inbegrepen) die voor gebruik met huishoudelijke apparaten is
goedgekeurd en een SELV‑uitgang van DC 5 V, max. 2 A heeft.
Opmerking 1: Wanneer aangesloten op een gepaste voedingsbron
van beschermingsklasse II (niet inbegrepen) die voor gebruik met
huishoudelijke apparaten is goedgekeurd en een SELV‑uitgang van
DC 5 V, 1 A heeft, is de laadstroom:
AA ‑ 8 x (1,5 V
AAA ‑ 8 x (1,5 V
Opmerking 2: Het LCD‑scherm
wanneer het product op een stopcontact is aangesloten en er zich geen
oplaadbare batterijen in het product bevinden om op te laden.
2. Installeer 1 tot 8 oplaadbare Ni‑MH‑batterijen (AA/AAA) in de
laadsleuven
1 ]
[
zoals aangegeven door de tekens in de laadsleuven
3. Het LCD‑scherm
oplaadbare batterij weer en het 'CHARGE'‑pictogram wordt
weergegeven om aan te geven dat de batterijen worden opgeladen.
250 mA)
200 mA)
. Breng de batterijen in volgens de juiste polariteit (+ en ‑)
geeft de oplaadstatus van elke overeenkomstige
2 ]
[
brandt ong. 7 seconden
2 ]
[
3 ]
[
.
1 ]
[
NL/BE
45