6. Nog een paar voorbeelden:
6.1 Een Andreaskruis wordt via een terugmelding direct door de trein in- en
uitgeschakeld:
Als uitgang voor de schakeling moet uitgang A10 worden gebruikt. Er wordt een terugmeldmo-
dule met het terugmeldadres 20 gebruikt, om het blok van de spoorwegovergang te bewaken.
Is het blok bezet, dan moet de Andreaskruis knipperen, verder moet het knipperlicht voorbe-
eldgetrouw langzaam in- en uitschakelen. Volgende programmering is noodzakelijk:
LNCV
Functie
30 = 203 Terugmeldadres 20 bezet schakelt uitgang 10 in
50 = 202 Terugmeldadres 20 vrij schakelt uitgang 10 uit
70 = 1
Aan uitgang 10 is knippergenerator 1 toegewezen
3 = 20
Knippergenerator 1 voor uitgang 1 t/m 16 knippert elke 2 seconden 1 x
8 = 512
Uitgang 10 moet langzaam schakelen
10 = 26 Overgangstijd 0,5 seconden
6.2 Seinfuncties met een langzame overgang
Aan alle seinfuncties kan de functie van een langzame lichtovergang worden toegewezen.
De gewenste seinfunctie wordt volgens één van de in hoofstuk 4 beschreven methodes
geprogrammeerd. Aansluitend kunnen de door de seinfunctie gebruikte uitgangen via
de LNCVs 8 en 9 met deze functie worden uitgerust.
Voorbeeld: De uitgangsgroep 1 wordt toegewezen aan een hoofdsein met 3 begrippen.
De seinuitgangen aan de uitgangen 1,2,3 moeten langzaam worden geschakeld
LNCV
Functie
8 = 7
Wijst aan de uitgangen 1,2,3 de functie „langzaam in- en uitschakelen" toe.
10 = 16
Zet de dimtijd op 0,5 seconden
30