LNCV
Functie
8 = 32769
Uitgang 1 en 16 worden langzaam in- en uitgeschakeld
9 = 8
Uitgang 20 wordt langzaam in- en uitgeschakeld
10 = 16
Overgangstijd 16 x 0,032 s = 0,512 sec.
4.5 Aansluiten van lichtseinen
4.5.1 Lichtseinen met 2 begrippen:
Lichtseinen met 2 begrippen „STOP" en „RIJDEN" worden op 2 uitgangen van de module
aangesloten. De gemeenschappelijke voedingsdraad voor het sein wordt aan de rechter
klem met het teken „+" aangesloten.
Om het sein in een digitaalsysteem in en uit te kunnen schakelen moet men bepalen
over welk digitale commando geschakeld wordt. Hiervoor kan via telkens een LNCV per
uitgang worden vastgelegd, waardoor de uitgang wordt ingeschakeld en via een andere
LNCV hoe de uitgang wordt uitgeschakeld.
De inschakelconfiguratie gebeurd via de LNCVs 21 tot 40 voor uitgang 1 tot uitgang 20
en de uitschakelconfiguratie via de LNCVs 41 tot 60.
De in de LNCVs 21 tot 60 te programmeren opdrachtcodes voor het vastleggen van de
in- en uitschakel commando's zijn als volgt samengesteld:
Opdrachtcode 0-3
AAAA B
0 = magneetartikelcommando „rood"
1 = magneatartikelcommando „groen"
2 = terugmeldcommando „vrij"
3 = terugmeldcommando „bezet"
Adreswaarde 1-2048
Voorbeeld: het sein wordt met de rode LED op uitgang 5 en met het groene LED op
uitgang 6 aangesloten. Het moet via magneetartikeladres 20 geschakeld worden.
Volgende programmering is noodzakelijk:
12