Afhankelijk van welke uitgang en welke knippergenerator aan een uitgang toegedeeld
wordt kan de knippertijd via de volgende LNCVs worden ingesteld:
Generator
voor Uitgang
1
1
1
De geprogrammeerde getallenwaarde legt de tijdsduur voor het knipperen in tienden
van seconden voor de uitgang vast.
Voorbeeld: uitgang 1 moet via generator 1 een keer per seconde knipperen
LNCV
Wert
2
10
61
1
4.4 Langzaam schakelende uitgangen
Via LNCV 8 (uitgang 1 t/m 16) en 9 (uitgang 17 t/m 20) kan iedere uitgang zo worden
ingesteld, dat deze langzaam in- en uitgeschakeld wordt. Dit komt overeen bij lichtseinen
en andreaskruisen bij het grote voorbeeld.
De volgende tabel kan helpen de getalwaarde LNCV 8 en 9 te bepalen.
De som van de in de individuele kolommen gekozen waarde geeft de waarden voor LNCV
8 en/of 9, om één of meerdere uitgangen langzaam in en uit te schakelen.
LNCV
1-8
2
9-16
3
17-20
4
Functie
Knippergenerator knippert 1 x per seconde
Uitgang 1 wordt aan knippergenerator 1 toegewezen
Generator
2
2
2
10
voor Uitgang
1-8
9-16
17-20
LNCV
5
6
7