1.
Slijp alle messen onder een hoek van 30 graden
tot de platte zijkant 1,3 mm breed is
Figuur 23
1. 30°
2.
Draaislijp de messenkooi tot de onregelmatig-
heid van de messen niet meer dan 0,025 mm
bedraagt.
Opmerking:
Hierdoor wordt de platte zijkant
een beetje groter.
3.
Stel de maai-eenheid in; raadpleeg de
Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.
Opmerking:
Om de messenkooi en het ondermes
langer scherp te houden – na het slijpen van de
messenkooi en/of het ondermes – controleert u het
contact tussen de messenkooi en het ondermes
opnieuw nadat u 2 greens gemaaid hebt; bramen
zullen immers worden verwijderd. Bramen kunnen
onjuiste speling tussen de messenkooi en het
ondermes tot gevolg hebben, wat de slijtage kan
versnellen.
Specificaties voor het slijpen van
het ondermes
Figuur 24
1. Vrijloophoek
2. Bovenvlak
3. Braam verwijderen
(Figuur
23).
g028800
2. 1,3 mm
g032182
4. Voorvlak
5. Hoek voorzijde
Vrijloophoek standaard
ondermes
Vrijloophoek verlengd
ondermes
Bereik hoek voorzijde
De bovenste slijphoek controleren
De hoek die u gebruikt om uw ondermessen te slijpen
is erg belangrijk.
Gebruik de hoekindicator (Toro onderdeelnr.
131-6828) en de steun van de hoekindicator
(Toro onderdeelnr. 131-6829) om de hoek die uw
slijpmachine produceert te controleren en corrigeer
vervolgens de onnauwkeurigheid van de slijpmachine.
1.
Plaats de hoekindicator op de onderkant van het
ondermes zoals getoond in
1. Ondermes (verticaal)
2.
Druk op de knop alt zero op de hoekindicator.
3.
Plaats de steun van de hoekindicator op de
rand van het ondermes zodat de rand van de
magneet aansluit op de rand van het ondermes
(Figuur
26).
Opmerking:
deze stap zichtbaar te zijn van dezelfde zijde
als in stap 1.
17
3° minimaal
7° minimaal
13° tot 17°
Figuur
25.
Figuur 25
2. Hoekindicator
De digitale display dient tijdens
g034113