Inhoudsopgave
Advertenties
Kies de juiste standplaats:
Juiste standplaats:
De sensor moet op een plaats in de besproeiingszone worden gezet waar
deze aan dezelfde klimatologische omstandigheden (zon, wind, regen, enz.)
is blootgesteld als de planten waarvan de toestand moet worden weerge
geven.
Wanneer u een druppelbesproeiing gebruikt, plaatst u de sensor in de buurt
van een druppelplaats.
Wanneer u de sensor in een plantenbak wilt plaatsen, moet deze ten
minste 5 cm afstand tot de rand hebben.
Wanneer u de sensor op een gazon wilt gebruiken, dient u eerst de bovenste
laag van het gazon te verwijderen voordat u doorgaat.
Plaats de sensor zodanig, dat er zich geen obstakels tussen de sensor en de
gateway bevinden.
Verkeerde standplaats:
Om verkeerde resultaten die ontstaan door opgestuwd water uit te sluiten, mag
de sensor niet in laaggelegen gedeelten worden geplaatst.
Bij directe zoninstraling moet erop worden gelet dat de gemeten temperatuur
kan afwijken van de werkelijke temperatuur.
Bij gebruik in een bloempot moet de sensor ten minste 5 cm afstand tot de
rand van de bloempot hebben.
LET OP!
Beschadiging van de sensor door een grasmaaier.
v De maaihoogte van de grasmaaier moet ten minste 30 mm
bedragen.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
