VOORBEREIDING OP HET GEBRUIK
Helm / kap
Vooraleer het ademhalingsapparaat te gebruiken - Ga de
volgende items na
1.
Blazer
Controleer of de luchtfilter schoon is om geplaatst te
•
worden en goegekeurd is voor gebruik met dit
ademhalingsapparaat. Controleer of het
vonkscherm, de voorfilter en de deeltjesfilter correct
geïnstalleerd en goed vastgezet zijn.
2.
Ademhalingsslang
Zorg ervoor dat de slang niet beschadigd is en
•
correct aangesloten is op de blaasunit en de helm.
3.
Batterij
Controleer of de aansluiting op de blaasunit veilig is
•
en of de batterij volledig opgeladen is.
4.
Luchtstroom/Alarm luchtstroom
Start de blaasunit en controleer of het luchtdebiet
•
constant blijft door na te gaan of het relatieve alarm
in werking treedt. Test de werking van het
luchtstroomalarm (zie pagina 15 voor de procedure).
5.
Helm/Kap
Inspecteer de helm op schade en vervang hem als
•
dat nodig is. Als de lucht van de blazer niet tot bij de
helm komt, raadpleeg de Gids Probleemoplossing
(pagina 15).
VIKING PAPR 3350 LASHELM
FIGUUR 9
Ademhalingsslang
Controle
aanwezigheid
alarmen
Blazer
Batterij
17