Systeem configureren
De installatiewizard leidt u door de vereiste
basisinstellingen van het systeem. Daarna is de
netwerkrecorder ingesteld voor opname en bewaking.
Aanwijzing
Alle detailinstellingen vindt u in het apparaatmenu,
zie het overzicht op pag.25.
Na het eerste inschakelen verschijnt eerst de
taalselectie:
•
Klik in het invoerveld en selecteer de gewenste taal
uit de lijst. Om door te gaan op klikken. De
volgende vraag verschijnt:
•
Klik op Volgende om de wizard te starten.
Aanwijzing
Nadat het systeem is geconfigureerd, kunt u het
'keuzevakje' afvinken, het haakje verdwijnt en de
wizard wordt niet meer automatisch gestart.
15
Administrator configureren
1. Klik in het invoerveld en voer het admin-wachtwoord
in.
Als u het wachtwoord reeds heeft veranderd, voert u
het door u gewijzigde wachtwoord in.
2. Om een nieuw wachtwoord toe te wijzen, vinkt u het
'keuzevakje' vóór Nieuw admin-wachtwoord aan.
3. Voer het nieuwe wachtwoord in en bevestig uw
invoer in het veld eronder.
4. Klik op Volgende.
Systeemtijd en -datum
1.
Voer de systeemtijd bestaande uit datum en tijd in.
2.
Sluit de instelling af door op Volgende te klikken.
Lokale installatiewizard