3.3.3.2.
Bediening als het TAC4 DG circuit als 'meester' wordt gebruikt
De referentiewaarde van het pulsiedebiet staat in functie van een 0-10V signaal dat op ingang K2 van het TAC4
DG circuit is aangesloten (lineaire relatie). Het extractiedebiet is gelijk aan %AF/TOE van het pulsiedebiet (behalve
indien er een apart 0-10V signaal is voor het extractiedebiet – via advanced SET UP).
Het starten/stoppen van de ventilatoren gebeurt via de ingang K1 van het TAC4 DG circuit.
De voeler is aangesloten op de klemmen K2 en GND van het TAC4 DG circuit.
Via ingang K3 van het TAC4 DG circuit kan er een tweede referentiewaarde geactiveerd worden.
Aansluitschema
a) Aansluiten op 1 circuit
b) Aansluiten op meerdere parallelle circuits
(*)
K1 gesloten softstart
K1 open soft-stop
K2 signaal 0-10V. Maximum impedantie 1500 .
K1+K3 gesloten % op K3 actief
K3 open % op K3 inactief
Opgelet K1/K3: Gebruik vergulde contacten.
17
(*)
(*)