Figuur 5
Gebruiksaanwijzing
De bedieningselementen
gebruiken
Schuimpeddelschakelaar: stelt de compressor in werking,
genereert een stroom schuim en lucht naar de rechter- en
linker spuitboom (Figuur 3).
Aan-/uit-schakelaar voor schuim: stelt de compressor in
werking, genereert een stroom schuim naar beide spuitbomen
tegelijk (Figuur 3).
Indicatiemarkeringen: bevinden zich op de tank en geven
het schuimpeil in de tank aan.
Schuimregelklep: bepaalt de dikte van de schuimoplossing.
Door aan de knop te draaien regelt u de hoeveelheid
zeepoplossing naar de schuimspuitmonden. Meer stroom
g023696
zorgt voor grotere en meer frequente schuimdruppels
en minder stroom zorgt voor kleinere, minder frequente
schuimdruppels (Figuur 6).
Opmerking: Bij veel wind is een waterige markeeroplossing
misschien beter.
Overdrukklep: trek de rode lip van de tankdop naar buiten
om de druk in de tank weg te nemen (Figuur 6).
De tank vullen en de
schuimdichtheid aanpassen
Belangrijk: Spoel het systeem na gebruik telkens met
schoon water, vooral als u hard water hebt gebruikt.
Behandel de compressormotor niet met smeerolie, vet of
andere aardoliehoudende producten.
1. Zorg ervoor dat zowel de linker- als rechterschakelaar
van de spuitboom op het paneel in de stand Uit staat.
2. Trek aan het rode lipje van het overdrukventiel en
verwijder de zwarte dop van de tank.
3. Giet de juiste hoeveelheid water in de tank en voeg
vervolgens schuimconcentraat toe langs de opening
bovenaan de tank. Ga hierbij te werk volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
Belangrijk: Extreme pH-niveaus (hard of zacht)
van het water hebben invloed op de hoeveelheid
schuimconcentraat die nodig is.
4. Plaats de dop terug op de tank en draai vast met de
hand.
5. Voor het eerste gebruik opent u de regelklep voor de
schuimdichtheid 1/8 tot 1/4 slag (Figuur 6).
4