Toetsen
Navigatie
Spatiebalk
Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, mits van toepassing.
Tabblad
Gaat naar het focusveld.
Esc
Gaat naar de vorige pagina totdat het hoofdscherm wordt weergegeven. Als u in het hoofdscherm op Esc drukt,
wordt een bericht weergegeven met de vraag om de niet-opgeslagen wijzigingen op te slaan en wordt het
systeem opnieuw opgestart.
Opstartvolgorde
Via Boot Sequence kunnen gebruikers de door System Setup gedefinieerde volgorde van het opstartapparaat omzeilen en direct op een
specifiek apparaat opstarten (bijvoorbeeld een optische schijf of harde schijf). U kunt het volgende doen tijdens de Power-on Self Test
(POST), zodra het Dell logo verschijnt:
● System Setup openen door op de F2-toets te drukken;
● het eenmalige opstartmenu openen door op de F12-toets te drukken.
In het eenmalige opstartmenu staan de apparaten waar het systeem vanaf kan opstarten en de opties voor diagnostiek. De opties van het
opstartmenu zijn:
● Verwijderbare schijf (mits beschikbaar)
● STXXXX-schijf (indien beschikbaar)
OPMERKING:
XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf.
● Optische schijf (mits beschikbaar)
● SATA-harde schijf (indien beschikbaar)
● Diagnostiek
OPMERKING:
Na het selecteren van Diagnostiek wordt het scherm SupportAssist-diagnostiek weergegeven.
In het scherm voor de opstartvolgorde wordt ook de optie weergegeven voor het openen van het scherm systeeminstallatie.
Opties voor Systeeminstelling
OPMERKING:
Afhankelijk van deze computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte worden
vermeld wel of niet worden weergegeven.
Tabel 24. Opties van System Setup - menu System Information (Systeeminformatie)
Algemene systeeminformatie
Systeeminformatie
BIOS Version
Servicetag
Asset-tag
Ownership Tag
Manufacture Date
Ownership Date
Express-servicecode
Geheugeninformatie
Geïnstalleerd geheugen
Beschikbaar geheugen
Geheugensnelheid
Kanaalmodus geheugen
Geheugentechnologie
Toont het versienummer van de BIOS.
Toont de servicetag van de computer.
Toont de asset-tag van de computer.
Toont de eigenaarstag van de computer.
Toont de productiedatum van de computer.
Toont de aankoopdatum van de computer.
Toont de express-servicecode van de computer.
Toont het totale geïnstalleerde computergeheugen.
Toont het totale beschikbare computergeheugen.
Toont de geheugensnelheid.
Toont de modus met single of dual channel.
Toont de technologie die wordt gebruikt voor het geheugen.
Systeeminstallatie
21