Functies die door de TAC5 DM regeling verzekerd worden :
•
3.8.2.1 Beheer van het statisch relais van de KWin op basis van een referentiewaarde en een meting van de
T° aan de afzuigzijde.
•
3.8.2.2 De regeling kan enkel werken als de ventilatoren draaien. Dit is standaard ingegeven.
•
3.8.2.3 Naventilatie functie (zie advanced SET UP):
Als de ventilatoren stoppen dan wordt de voeding van de electrische batterij onderbroken. Alvorens volledig te
stoppen zullen de ventilatoren nog 90 seconden (fabrieksinstellingen) blijven draaien om de electrische
weerstanden af te koelen.
•
3.8.2.4 Indien de electrische voorverwarming niet volstaat om bevriezing tegen te gaan dan zal de regeling de
ventilatoren als volgt besturen:
a) Als T° < (referentiewaarde - 1,5°C), met een maximum van -1°C gedurende 5 minuten:
CA, TQ en LS: verlagen van het luchtdebiet van alle ventilatoren tot 66% van het referentiedebiet.
CPs: verlagen van de druk tot 75% van de referentiewaarde.
Deze toestand zal 15 minuten aangehouden worden. Daarna zal het systeem terugkeren naar de ingestelde
waarden.
Actie op het RC
Weergave
LED
scherm
ALARM
AF T°
Rood
ALARM
DEBIET
VERLAAGD
b) Als T° < -5°C gedurende 5 minuten dan stoppen de ventilatoren:
Actie op het RC
Weergave
LED
scherm
ALARM
AF T°
Rood
ALARM
STOP
VENT
Het herstarten gebeurt door middel van een RESET (Knop RESET op het TAC5 DM circuit of via de RC).
Actie op het TAC5 circuit
LED Pa
LED
Relais
ALARM
AL1
/
ON
Actie op het TAC5 circuit
LED Pa
LED
Relais
ALARM
AL1
/
ON
Alarm
status
37
Relais R2
LED AF
op SAT3
(O.R.1)
/
/
ON
Relais R2
LED AF
op SAT3
(O.R.1)
/
Knippert
Actie op de
ventilatoren
Verlagen
van de
waarde
Actie op de
ventilatoren
Stoppen