83257607 • 1/2010-07 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Condenserende stookolieketel WTC-OW 15-A
7 Inbedrijfstelling
Pr5 = instelling van de verbrandingslucht bij maximaal vermogen
De instelling met aangebouwde frontbekleding doorvoeren.
Trekschommelingen kunnen het O
visieopening het ingestelde O
▶
Frontbekleding monteren.
▶
Op de enter-toets drukken.
▶
Draaiknop draaien tot Pr5 weergegeven wordt.
▶
Op de enter-toets drukken.
✓
Pr5 is actief.
De brander start volgens het programmaverloop. Daarna loopt het toestel naar het
maximale vermogen.
▶
Parameter-menu via ESC verlaten.
▶
Infomenu activeren en i 32 (voormengkamertemperatuur) selecteren.
De voormengkamertemperatuur moet voor de instelling van de verbrandingslucht bij
minimaal vermogen tussen 450 ... 470 °C liggen.
▶
O
-gehalte 5,0 % ±0,2 via parameter 77 instellen.
2
Pr6 = instelling van de verbrandingslucht bij minimaal vermogen
De instelling met aangebouwde frontbekleding doorvoeren.
Trekschommelingen kunnen het O
visieopening het ingestelde O
▶
Parameter 73 kiezen.
▶
Op de enter-toets drukken.
▶
Draaiknop draaien tot Pr6 weergegeven wordt.
▶
Op de enter-toets drukken.
✓
Pr6 is actief.
Het toestel loopt naar het minimale vermogen.
▶
Parameter-menu via ESC verlaten.
▶
Infomenu activeren en i 32 (voormengkamertemperatuur) selecteren.
De voormengkamertemperatuur moet voor de instelling van de verbrandingslucht bij
een minimaal vermogen tussen 400 ... 420 °C liggen.
▶
O
-gehalte 7,5 % ±0,2 via parameter 78 instellen.
2
In automatische werking hebben correcties een invloed op de verbranding, m.a.w. de
O
-waarden kunnen in automatische werking afwijken van de ingestelde waarden.
2
4. Afsluitende werkzaamheden
▶
Uitneembaar deel van de warmtewisselaar nogmaals ontluchten.
▶
Installatie aan schakelaar S1 uitschakelen en stekker nr.4 (H1/H2) insteken.
▶
Meetopeningen en afdekkingen sluiten.
▶
Dichtheid van de stookolie- en watervoerende onderdelen controleren.
▶
Frontpaneel monteren en klemhaak met schroef beveiligen.
▶
Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart invullen.
▶
Gebruiker over de bediening van de installatie informeren.
▶
Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en hem erop wijzen
dat deze steeds bij de installatie moeten worden bewaard.
▶
Gebruiker over het jaarlijkse onderhoud van de installatie informeren.
56-107
-gehalte beïnvloeden. Daarom met geopende re-
2
-gehalte controleren en evt. bijstellen.
2
-gehalte beïnvloeden. Daarom met geopende re-
2
-gehalte controleren en evt. bijstellen.
2