Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leidingaansluitingen; Algemene Leidingaansluitingen; Systeemvereisten; Capaciteit Van De Binnenunit En Het Verwarmingssysteem - Nibe HK 200S Handleiding

Binnenunit. samenwerking met luchtwarmtepompen
Inhoudsopgave

Advertenties

4. Leidingaansluitingen

Algemene leidingaansluitingen

De installatie van leidingen moet worden uitgevoerd
overeenkomstig de geldende normen en richtlijnen.
De HK 200S-binnenunit met SPLIT-luchtwarmtepomp
voor buiten en de controller SMO20/SMO40 vormen
een volle-dig verwarmingssysteem.
Het systeem kan samenwerken met een verwar-
mingssysteem voor lage en gemiddelde temperatuur.
De aanbevolen temperatuur van het verwarmings-
middel bij de minimale ontworpen buitentemperatuur
DOT mag bij aanvoer niet hoger zijn dan 55°C, en
45°C bij het retourcircuit van het verwarmingssys-
teem. De HK 200S kan zelfs 65°C bereiken bij ge-
bruik van een module voor doorstroomverwarming of
een andere warmtebron met piekbelasting.
Overtollig middel dat uit de veiligheidsklep stroomt,
moet met een buis naar een vloerafvoer worden af-
gevoerd. De overlooppijp moet over de gehele lengte
van de veiligheidsklep worden afgeschuind en moet
tegen bevriezing worden beveiligd. Voor maximale
systeemefficiëntie
raden we aan de HK 200S zo dicht mogelijk bij de
warmtepomp te installeren.
De HK 200S-module is niet met afsluitkleppen uitge-
rust. Deze moeten buiten de binnenmodule worden
geïnstalleerd, zodat het in de toekomst gemakkelijker
is onderhoud uit te voeren. De HK 200S-module kan
worden aangesloten op de installatie voor centrale
verwarming, koeling en warm tapwater. Installeer de
meegeleverde veiligheidsklep en de manometer.
BELANGRIJK
Alle verbindingen vereisen vrije doorstroming. Daarom
moet een afvoerklep worden geïnstalleerd.
BELANGRIJK
Alle hooggelegen plaatsen in het verwarmingssys-
teem moeten zijn voorzien van ventilatie-openingen.
BELANGRIJK
Pijpleidingen moeten worden gespoeld vóórdat de bin-
nenmodule wordt aangesloten. Zo beschadigt moge-
lijk binnendringend vuil de elementen niet.
BELANGRIJK
Zolang geen verwarmingscircuits in het systeem met
het verwarmingsmiddel worden opgeslagen, mag de
schakelaar (SF1) in de SMO-module niet in positie 'I'
of '
' worden gezet. De compressor in de warmte-
pomp en de module voor doorstroomverwarming kun-
nen beschadigd raken.
HK 200S

Systeemvereisten

Minimaal vereiste configuratie:
Voor correcte werking moet de capaciteit van het
verwarmingssysteem aan de installatievereisten vol-
doen. Als niet aan deze voorwaarde wordt voldaan,
dient u een extra buffertank te installeren.
Capaciteit van de binnenunit en het
verwarmingssysteem
De inwendige capaciteit van HK 200S voor het bere-
kenen van het membraanexpansievat in de installatie
voor warm water voor huishoudelijk gebruik bedraagt
in totaal 180 l. De capaciteit van het membraanex-
pansievat moet ten minste 5% van de totale capaci-
teit bedragen.
De HK 200S is uitgerust met een membraanexpan-
sievat voor een verwarmingscircuit van 10 I. De start-
druk van het expansievat moet op de juiste maxima-
le hoogte (H) worden ingesteld tussen het vat en de
hoogste verwarming. Raadpleeg hierbij de tekening.
De startdruk van 0,5 bar (5 mvp) is het maximaal toe-
laatbare hoogteverschil van 5 m.
Indien de standaard startdruk in het membraanex-
pansievat te laag is, kan deze worden verhoogd door
het vat via de geïnstalleerde klep te vullen.
Alle wijzigingen aan de startdruk beïnvloeden het ver-
mogen van het membraanexpansievat om de toena-
me in watervolume te ondersteunen.
VOORZICHTIG
In dit geval moet het membraanexpansievat van de
warmwaterinstallatie beschikken over een capaciteit
van 10 liter. Bij de installatie voor sanitair warm water
is het membraanexpansievat niet vereist. Het installe-
ren van een veiligheidsklep met een openingsdruk van
6 bar is echter wel vereist.
Hoofdstuk 04 |
Leidingaansluitingen
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave