Temperatuursensor, op
pijpleiding voor toevoer
De temperatuursensor op de pijpleiding voor
toevoer (BT25) moet worden aangesloten: voor de
SMO20 op de klemmen X2:8 en X2:10, en voor de
SMO40 op de klem-men X6:5 en X6:6. Gebruik
een
tweedraadskabel met een doorsnede van
minimaal 0,5 mm².
SMO20
SMO40
24
Hoofdstuk 05 |
Elektrische aansluitingen
Temperatuursensor op de pijpleiding voor toe-
voer op de verwarmingsmodule stroomopwaarts
van de isolatieklep (QN10)
De temperatuursensor op de pijpleiding stroomaf-
waarts van de verwarmingsmodule (BT63) moet bij
de SMO20 worden aangesloten op de klemmen
X2:9 en X2:10, en bij de SMO40 op de AUX-
klemmen. Bijv.: X6:13 en X6:14, en schakel
vervolgens de voeding van de sensor in. Raadpleeg
de installatiehandleiding van de SMO40 Gebruik
een tweedraadskabel met een doorsnede van
minimaal 0,5 mm².
SMO20
SMO40
HK 200S