5. Elektrische aansluitingen
Algemene informatie
De volledige elektrische uitrusting, met uitzondering
van buitentemperatuursensoren, ruimtesensoren en
stroomsterktemeters, is aangesloten overeenkomstig
de fabrieksinstellingen.
•
Koppel de binnenmodule los vóórdat testen wor-
den uitgevoerd voor de isolatie van het elektri-
sche systeem in het gebouw.
•
Als het gebouw met een differentieelschakelaar
is uitgerust, moet de HK 200S met een afzonder-
lijke schakelaar zijn uitgerust.
•
Het schema van de aansluitingen van de binnen-
module vindt u in het hoofdstuk 'Schema van de
elektrische aansluitingen.'
•
Plaats geen communicatie- en signaalkabels op
externe contacten in de buurt van hoogspan-
ningskabels.
•
De minimale doorsnede van communicatie- en
signaalkabels naar externe contacten moet in
totaal 0,5 mm² zijn bij een lengte van maximaal
50 m. Bijvoorbeeld EKKX, LiYY of gelijkwaardig.
•
Gebruik de kabeldoorlaten UB1 en UB2 bij het
aanleggen van kabels in de HK 200S (zoals aan-
gegeven op de afbeelding). In de UB1 en UB2
worden kabels door de gehele binnenmodule van
de achter- naar de voorwand geleid.
UB2
BELANGRIJK
Zolang de verwarmingscircuits niet met een verwar-
mingsmiddel zijn gevuld, en als de cv-installatie niet is
geventileerd, kan de schakelaar (SF1) in SMO niet in
de posities 'I' of ' 'worden gezet. Anders kunnen de
temperatuurbegrenzer, thermostaat en doorstroom-
verwarming beschadigd raken.
BELANGRIJK
Als de voedingskabel beschadigd is, kan deze om ge-
vaar of schade te voorkomen alleen worden vervan-
gen door een erkende dienstverlener, de monteur of
een andere gekwalificeerde persoon.
BELANGRIJK
De elektrische installatie en het elektrisch onderhoud
moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een be-
voegde monteur met de relevante kwalificaties. Vóórdat
met het onderhoud wordt begonnen, moet de voeding
met een automatische schakelaar worden afgesloten.
De elektrische installatie en bekabeling moeten volgens
de geldende voorschriften worden uitgevoerd.
HK 200S
X2
X1
K1-K3
T1
UB1
LEGENDA
X1
X2
X3
SF1
K1-K3
T1
F3
AA8
AA23
F1
F2
UB1
UB2
F3-SF2
Koppeling
Koppeling
Koppeling
Controleschakelaar
Contact met dompelverwarming
Thermostaat, modus stand-by
Temperatuurbegrenzing
Titaniumanodekaart
Communicatiekaart
Stroomonderbreker
(naar externe module)
Stroomonderbreker
(naar externe module)
Kabeldoorlaat
Kabeldoorlaat
Opnieuw instellen
Hoofdstuk 05 |
Elektrische aansluitingen
F1
F2
AA23
X3
AA8
F3
19