CPS – Handboek
Page 20
Elektrische aansluitingen van de centrale
De aansluitingen gebeuren op het MOEDERBORD van de centrale. Voor de CPS-centrale in
muurkast moet men de deur van de muurkast openen om de elektronische kaart te kunnen
bereiken.
De elektrische aansluiting moet door bevoegd personeel gebeuren. Respecteer de geldende
normen en in het bijzonder, voor Europa, de Europese Laagspanningsricht lijn. In Frankrijk is deze
richt lijn omgezet in de norm NF C 15-100.
WAARSCHUWING
Bepaalde spanningen kunnen ernstige of
dodelijke verwondingen veroorzaken
Installeer het materieel en breng de
bedrading aan voor u het systeem onder
spanning brengt.
Netvoeding
Controleer de stroom en spanning van het electrischiteitsnet voor u apparaten aansluit. Schakel
altijd de spanning uit voor u een apparaat aansluit. De centrale is niet voorzien van een
aan/uitschakelaar.
De centrale moet beveiligd worden met een tweepolige differentieelschakelaar met een responscurve
type D, kaliber 4 . Deze circuit onderbreker moet geïntegreerd worden in de elektrische bedrading van
het gebouw en moet naast of dichtbij het apparaat geplaatst worden en beschikbaar zijn voor de
operator. Op de onderbreker wordt aangeven dat het de onderbreker van dat apparaat betreft.
Netvoeding 100-240VCA: aansluitklemmen L, N en PE van de connector (Fig. 4) voor muur
montage versie of kyk bij de connector op blz 2 voor de 19" rack versie.
De aansluiting op de voedingsmodule 24VDC gebeurt met voorbekabelde geleiders. De connector
van de uitgang van de transformator is eveneens voorbekabeld, voor de verbinding met de 24VDC
connector van de centrale en de ingebouwde printer (facultatief, rack-versie).
De centrale aarden
De centrale is bedoeld voor gebruik in de delen van installaties die overeenkomen met
overspanningcategorie II en pollutiegraad 2 volgens EN/IEC 60947-1. Volgens de normen van deze
beschermingsklasse moet men de interne aardklem verplicht met de aarde verbinden (Fig. 4).
Digitale kanaal
De verschillende digitale modules worden aangesloten op de busconnectors (Fig. 5). Aanbevolen
kabel: RS485-kabel, 2 afgeschermde twisted pairs RS485.
Een paar voor de voeding van de module en een paar voor de communicatie. De afscherming of de
kabelbundel moet aangesloten worden op de klem:
i
De gegevenskabels en de schermkabels (of kabelbundels) moeten zo kort mogelijk afgesneden
worden.
Droge contacten van de interne relais
De RCT droge contacten van de 3 interne relais R1, R2 en R3 zijn beschikbaar op het moederbord
van de CPS-centrale, op de connectors J23, J24, J25 (Fig. 7).
Nominale belasting: 2 A tot 250 VAC , 24 VDC.
Alarmtype: R1 (alarm/fout.), R2 (alarm), R3 (alarm)/
Uitgang RS485 seriële verbinding
Aanbevolen kabel:
RS485-kabel: 1 afgeschermd twisted pair, 100. (Fig.6).
WAARSCHUWING
Een foutieve installatie kan meetfouten of
een defect van het systeem veroorzaken.
Volg alle instructies zorgvuldig om de goede
werking van het systeem te garanderen.