om te verminderen en Omlaag + Rechts om te vermeerderen.
2.5. Het temperatuurprofiel van een lijn van de afbeelding weergeven
Kies in het menu Hoofd/Weergave/Cursor de cursor Profiel deze selecteert een horizontale lijn van de
afbeelding (toetsen Omhoog/Omlaag) en tekent hier het profiel van. Deze cursor identificeert ook een punt op deze
lijn (toetsen Links/Rechts) en geeft de temperatuur.
2.6. De punten met dezelfde temperatuur in de afbeelding bekijken
Kies in het menu Hoofd/Weergave/Cursor de cursor Isotherm deze tekent in dezelfde kleur de punten met
dezelfde temperatuur af, met een min of meer grote tolerantie. Toegang tot deze modus krijgt men door twee keer
met de toets F2
kiezen (toetsen Omhoog/Omlaag om langs de kleuren te scrollen en een tweede keer om deze keuze te valideren
en de functie te starten).
De toetsen Omhoog/Omlaag stellen de temperatuur in, de toetsen Links/Rechts de tolerantie.
2.7. De kleuren voor het tonen van de temperaturen vastleggen
De kleuren worden standaard automatisch toegewezen en deze toewijzing wordt bij iedere afbeelding opnieuw berekend aan de
hand van de temperatuur van de warme en koude punten van de afbeelding.
Een kleur hoeft daarom niet altijd dezelfde temperatuur voor te stellen, dit kan per afbeelding veranderen, als de warme of koude
punten anders zijn.
Als men wil dat de kleuren altijd dezelfde temperatuur voorstellen, moet het palet vastgelegd worden (de min. en max. temperatuur
van het palet blijven constant, ongeacht de warme en koude punten van de afbeelding).
•
Het palet kan op twee manieren vastgelegd worden:
- via de toets F2 of F3, wanneer een van deze toetsen als functie heeft
- ofwel via het menu Hoofd/Parameters en door het element
veranderen naar 'Handbediend' (toetsen Omhoog/Omlaag).
Wanneer het palet vastgelegd is, verschijnt er een rood hangslotje op het palet; de min. en max. waarde worden ook in
rood weergegeven.
Bij het betreden van de modus gaat de minimum enkele minuten over in de bewerkingsmodus (op een blauwe achtergrond
met het logo
) om zijn waarde te kunnen wijzigen (toetsen Omhoog/Omlaag).
Om de max. te wijzigen, wordt de waarde bewerkt als men op Rechts drukt (wanneer min. in de bewerkingsmodus staat).
Wanneer er enkele seconden niet op het toetsenbord gedrukt wordt, verdwijnt de bewerkingsmodus.
Om opnieuw een waarde te bewerken, drukt men opnieuw op de toets F2 of F3 met als functie
opnieuw het element
plaatsen.
Om de vastgelegde paletmodus te verlaten moet men:
- als men niet aan het bewerken is twee keer achter elkaar op F2 of F3 met die functie drukken;
- als men aan het bewerken is een keer drukken via de bewerkingsmodus of via het menu Hoofd/Parameters en daarbij het
element
van het menu Hoofd/Parameters bewerken om deze de waarde 'Automatisch' te geven.
het element van het menu te valideren: een eerste keer om de kleur voor de weergave te
van het menu Hoofd/Parameters, om de min. waarde weer in de bewerkingsmodus te
te valideren met de toets F2
17
om de waarde te
, of valideert men