Inhoudsopgave
Advertenties
9 Verhelpen van storingen
9.4 Fouten bij verwarming en warmwater
Is/zijn het warmwater en/of de aanvoertemperatuur te
koud, dan te allen tijde als eerste controleren of de tijd en
de datum in de regeling correct zijn ingesteld. Vervolgens
dient u de tijdprogramma's te controleren; eventueel be-
vindt zich het verwarmingscircuit, de drinkwaterverwarming
of de circulatie momenteel buiten de tijdvensters.
Fouttabel
Probleem
Ruimtetemperatuur te laag
Ruimtetemperatuur te hoog
De referentieruimte is continu te
warm of te koud**
Warmwatertemperatuur te laag,
alhoewel het voorraadvat warm is
* Na iedere nieuwe instelling van de systeemregeling dient enige tijd gewacht te worden (één of meerdere dagen) alvorens nieuwe wijzigingen te verrich-
ten. Door fysieke factoren treden bij wijzigingen van de parameters in regelingssystemen vaak schommelingen in de regelwaarde (ruimtetemperatuur) op.
Deze regelwaarde benadert de constante waarde, afhankelijk van de omstandigheden, min of meer snel.
** Voor een optimale benutting van de energie adviseren wij uitdrukkelijk de verwarmingsinstallatie hydraulisch af te stellen. Eerst dienen alle verwar-
mingsventielen volledig te worden geopend. In de ruimte met de temperatuurvoeler (referentieruimte) moeten de radiatorventielen altijd vol geopend
blijven. Indien alle ruimten in gelijke mate te warm of te koud zijn, dient de stooklijn op de systeemregeling dienovereenkomstig te worden gewijzigd.
Heerst daarentegen in de referentieruimte de correcte temperatuur, terwijl andere ruimten te warm zijn, dan dienen aldaar de radiatorventielen verder te
worden dichtgedraaid. Is het in één van de ruimten ondanks volledig opengedraaide radiatorventielen te koud, dan is het aanbevelenswaardig de tempera-
tuurvoeler naar deze ruimte te verplaatsen (nieuwe referentieruimte).
34
Oorzaak
De regeling is uitgeschakeld, bevindt zich in „Stand-by"
of in de nachtverlaging.
Radiatoren niet warm genoeg.
De ruimtetemperatuur kan niet met behulp van het
radiatorventiel worden ingesteld.
Radiatoren te warm.
Alle ruimten zijn te sterk verwarmd of de referentie-
ruimte is te warm.**
Stooklijn foutief ingesteld.
Gew. WW-temp. te laag ingesteld.
Lucht in het voorraadvat.
Oplossing
Hoofdschakelaar op de console van de regeling inscha-
kelen.
Noodschakelaar van de verwarming inschakelen.
Lokale zekering voor de verwarming controleren.
Eventueel bevindt zich de brander op dat moment in de
warmwater-voorrangsschakeling, d.w.z. het warmwa-
tervoorraadvat wordt door de grote warmwaterbehoef-
te met voorrang geladen,
gen", hoofdstuk „Verwarmingscircuits", blz.22.
Radiatorventiel verder opendraaien.**
De gewenste ruimtetemperatuur in het tijdprogramma
van het verwarmingscircuit verhogen*, zie
„Ruimte-setpoint- en verlagingstemperatuur wijzigen",
hoofdstuk „Verwarmingscircuits", blz. 22.
Eventueel de steilheid wijzigen*, zie tabel op volgende
bladzijde.
Radiatorventiel verder dichtdraaien.**
De gewenste ruimtetemperatuur in het tijdprogramma
van het verwarmingscircuit reduceren*, zie
„Ruimte-setpoint- en verlagingstemperatuur wijzigen",
hoofdstuk „Verwarmingscircuits", blz. 22.
Eventueel de steilheid wijzigen*, zie tabel op volgende
bladzijde.
Indien het probleem niet kan worden verholpen, dan de
installateur informeren.
Er dient een andere stooklijn te worden ingesteld, zie
tabel op volgende bladzijde.
Stel de gew. WW-temp. in, zie
van de warmwatertemperatuur", blz.19.
Voorraadvat ontluchten (installateur informeren).
SolvisVaero · Technische wijzigingen voorbehouden 06.18 · BAL-SVA-7-K-NL SOLVIS
par. „De status opvra-
par.
par.
hoofdstuk „Instellen
Advertenties
Inhoudsopgave
