Appendix A: VERKLARING BIJ DE MEETGEGEVENS
Rapportdefinities
Tijd-in-zonesrapport... vervolg
Racetempozone (Zone 4)
1. Een extreem moeilijke of extreme intensiteitszone. 2. Op een EMI-schaal van 1 tot 10 komt de intensiteit overeen met een 7 of 8,
m.a.w. "erg moeilijk" tot "heel erg moeilijk". 3. Op een EMI-schaal van 6 tot 20 komt de intensiteit overeen met een 16 tot 18,
m.a.w. "erg moeilijk" tot "heel erg moeilijk". 4. Een trainingsintensiteit die hoofdzakelijk afhangt van de aërobische en anaërobische
stofwisseling van koolhydraten. 5. Een extreme trainingsintensiteit die tussen 10 en 30 minuten kan worden volgehouden.
Maximale zone (Zone 5)
1. Een extreme of maximale intensiteitszone. 2. Op een EMI-schaal van 1 tot 10 komt de intensiteit overeen met een 9 of 10, m.a.w.
"heel erg moeilijk" tot "maximaal". 3. Op een EMI-schaal van 6 tot 20 komt de intensiteit overeen met een 18 tot 20, m.a.w. "heel
erg moeilijk" tot "maximaal". 4. Een trainingsintensiteit die het lichaam zijn maximale zuurstofverbruikscapaciteit (VO2max) doet
bereiken. 5. Een extreme of maximale inspanning die tussen 2 en 8 minuten of gemiddeld 4 minuten kan worden volgehouden.
Supramaximale zone (Zone 6)
1. Een heel korte, extreme inspanning die het geleverde vermogen voor het bereiken van uw VO2max of uw maximale zone
overstijgt. 2. Een trainingsintensiteit die bijna volledig afhangt van de anaërobische stofwisseling van opgeslagen ATP, fosfagenen en
koolhydraten. 3. Een extreme inspanning die 1 seconde tot 2 minuten duurt.
Gebruikershandleiding Joule GPS pagina 27