■ Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de snelkeuzetoetsen: toets
3 t/m 9.
1. Selecteer Menu > Contacten > Snelkeuze.
2. Blader naar het gewenste snelkeuzenummer.
3. Selecteer Wijs toe als er nog geen nummer aan de toets is toegewezen of
Opties > Wijzigen als dit wel het geval is.
4. Selecteer Zoeken en vervolgens het contact dat u wilt toewijzen.
Als de functie Snelkeuze is uitgeschakeld, wordt gevraagd of u deze functie wilt
activeren.
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze > Aan of Uit.
Als u een nummer wilt bellen, houdt u de snelkeuzetoets ingedrukt totdat de
oproep begint.
■ Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon die in de
lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen. Als u een contactpersoon voor
de spraakgestuurde nummerkeuze wilt instellen, selecteert u Menu >
Instellingen > Telefoon > Spraakherkenning > Taal sprkherkenning en volgt u de
instructies op het scherm.
Houdt u rekening met het volgende voordat u spraaklabels gebruikt:
• Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker.
• U moet de naam exact zo uitspreken zoals u deze hebt opgenomen.
• Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op en
gebruik ze in een rustige omgeving.
• Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het gebruik
van soortgelijke namen voor verschillende nummers.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
■ Opties tijdens een gesprek
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten.
Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid
van netwerkdiensten.
O p r o e p e n
19