2
Installatie
Het wordt aanbevolen kennis te nemen van de handleidingen betreffende de
installatie,
het
zuurstofdetectoren
gasdetectoren (NEN-EN norm 45544-4).
2.1 Reglementering en gebruiksvoorwaarden
• Bij installatie moet de geldende reglementering voor installaties in explosiegevaarlijke
omgevingen in acht worden genomen, in het bijzonder de normen IEC/NEN-EN 60079-
14 en IEC/NEN-EN 60079-17 (geldende edities).
• In het algemeen hebben de in dit document genoemde omgevingstemperaturen, de
voedingsspanning en vermogen betrekking op explosieveiligheid. Het gaat niet om de
operationele temperatuur van de
• Het is toegestaan de apparatuur te gebruiken in de zones 2 en 22 voor
omgevingstemperaturen variërend van –20 °C tot + 55 °C.
• De cel in de zender moet altijd in contact zijn met de omringende lucht. Daarom:
- De detector niet bedekken.
- De detector niet verven.
- Stofophoping vermijden.
• Gebruik van OLCT 10N is alleen toegestaan met de meet- en alarmcentrale van het type
MX16, MX32v2, MX43 of MX256 van het merk TELEDYNE OLDHAM SIMTRONICS.
Alleen katalytische versies (Referenties hieronder vermeld) zijn gecertificeerd voor
gebruik in ATEX II 3GD zone.
Referenties : OLCT10N-001 / OLCT10N-002 / OLCT10N-003 / OLCT10N-004 / OLCT10N-005
Katalytisch vergifbestendig, O
gebruik in ATEX omgevingen
NPO10NNL
Revision J.1
gebruik
en
het
onderhoud
(NEN-EN/IEC
norm
, Toxisch of CO
2
OLCT 10N
NUMERIEKE GASDETECTOR
GEBRUIKSAANWIJZINGVAN
van
brandbaar
60079-29-2)
en
van
-versie is niet gecertificeerd voor
2
gas-
en
giftige-
3