Bedrading RS485-netwerk
De OLCT 10N beschikt over 2 pakkingbussen om de ingangskabel en de uitgangskabel met de
volgende module te verbinden.
De detectoren moeten bedraad worden met minimum 0,22 mm² draad, type MPI-22A (2
afgeschermde RS485 twisted-pair kabels, nominale impedantie 100 Ohm). Het ene paar geleidt
het RS485-signaal en het andere paar de voeding van de modules. De +24VDC, 0V, A en B
aansluitklemmen worden respectievelijk bevestigd aan de +24VDC, 0V, A en B klemmen van de
andere modules aan de lijn en dan aan de connector van de corresponderende lijn naar de
MX43 of MX 32v2-centrale.
De kabelafscherming moet aan een aardklem bevestigd worden.
Plaats aan het uiteinde van de bus de EOL-resistor van 120 Ω. Hiervoor hoeft u slechts
schakelaar nr. 8 op ON te zetten in de laatste module (vgl. fig. 5).
Geen enkel deel van de ontblote draaduiteinden van de aansluitklemmen mag
zichtbaar blijven. Omwille van bescherming tegen elektromagnetische storingen,
moeten de gegevens- en schermdraden (of kabelmantel) zo kort mogelijk
afgesneden worden.
Schakel het alarm van de installatie uit alvorens de detector aan de centrale aan te sluiten, zodat
deze niet ongewild afgaat tijdens het werk.
Bij de aansluiting van de verbindingskabel detector/ centralisatiesysteem moet de
stroom uitgeschakeld zijn. De plek moet equipotentiaal zijn.
Vervolgens moet de bedrading als volgt verlopen:
Aardklem
Figuur 3: Schema voor het verbinden van modules op een
NPO10NNL
Revision J.1
Aansluitblok regelpaneel
Sensor aansluitblok
OLCT 10N
NUMERIEKE GASDETECTOR
GEBRUIKSAANWIJZINGVAN
MX43 of MX 32v2
-lijn.
5