Gerechten warmhouden
20
Deze functie dient om gerechten onmiddellijk na de bereiding
warm te houden (terwijl ze dus nog warm zijn). Deze functie
dient niet om koude gerechten weer op te warmen!
– Gebruik uitsluitend de functie s om er zeker van te zijn
dat de vereiste minimumtemperatuur (65 °C) voor het
warmhouden van gerechten niet zakt.
– Verwarm het toestel 15 minuten voor om er zeker van te
zijn dat de binnenruimte de vereiste temperatuur heeft.
– Doe de warme gerechten in voorverwarmd serviesgoed.
Plaats daartoe het serviesgoed tijdens het voorverwarmen
in de lade.
– Gebraden of gefrituurde gerechten, die knapperig moeten
blijven, dekt u niet af. Hou deze gerechten op een hoge
temperatuur warm.
– Gerechten met vocht, vloeibare gerechten of gerechten
waarop een velletje kan komen, dekt u met aluminiumfolie
of een bord af.
– Doe het serviesgoed niet te vol. Anders kan de inhoud
over de rand klotsen.
– Vers klaargemaakte gerechten zijn warmer dan
warmgehouden gerechten. Serveer de warmgehouden ge-
rechten op voorverwarmde borden.
– Het proces van verlies van voedingsstoffen begint al bij het
bereiden van voedingsmiddelen. Het zet zich voort tijdens
het warmhouden. Hoe langer de voedingsmiddelen wor-
den warmgehouden, hoe meer voedingsstoffen er verloren
gaan.
– Wij raden aan gerechten niet te lang warm te houden, om-
dat ze anders extra gaar worden.
– Open en sluit de lade zachtjes. Anders kan vloeistof over
de rand van de recipiënt klotsen en in de ventilatiespleten
terechtkomen.
– Wanneer u de lade meerdere keren opent, kunnen de voe-
dingsmiddelen afkoelen.