Inhoudsopgave
Advertenties
3) De weergegeven waarde behouden (indien niet verbonden met een extern apparaat)
Schermwaarde kan worden vastgehouden (vast).
1
Druk op [DATA].
⇨ [H] verschijnt en de weergegeven waarde wordt vastgehouden (de weergegeven waarde
blijft behouden, zelfs als het werkstuk wordt verwijderd).
2
Druk op de toets [DATA] terwijl de weergegeven waarde wordt vastgehouden.
⇨ [H] dooft en de vastgehouden weergegeven waarde wordt vrijgegeven.
1
Tips
Tijdens een vergrote weergave van de tolerantie zal de Hold-functie niet werken, zelfs als op
de [DATA] -toets wordt gedrukt.
Zie "10.2) Tolerantie-beoordelingsfunctie instellen" voor meer informatie over de vergrote
weergave van het tolerantieoordeel.
4) Extern uitvoeren van de weergegeven waarde (indien aangesloten op een
extern apparaat)
Deze functie is alleen ingeschakeld als deze is aangesloten op een extern apparaat.
De weergegeven waarde wordt uitgevoerd naar het aangesloten externe apparaat.
1
Druk op de toets [DATA] tijdens de meetmodus.
⇨ De weergegeven waarde wordt uitgevoerd naar het aangesloten externe apparaat.
Aansluitkabel
Tips
• Raadpleeg "13. Uitvoerfunctie" voor meer informatie over het installeren van verbindings-
kabels, pintoewijzingen, uitvoergegevensformaat en timingdiagram.
• Lees zorgvuldig de gebruikershandleiding van het gegevensverwerkingsapparaat dat moet
worden aangesloten bij gebruik van de externe uitvoerfunctie.
• Als u een uitvoerverzoek (REQ) vanaf het aangesloten externe apparaat invoert, doet u dit alleen
als de spindel is gestopt. Als een uitvoerverzoek (REQ) wordt ontvangen terwijl de spindel in
gebruik is, kan deze een onjuiste waarde uitvoeren of is gegevensuitvoer mogelijk niet mogelijk.
• Als uitvoerverzoeken (REQ) over korte intervallen worden ontvangen, is gegevensuitvoer
mogelijk niet mogelijk.
• G e g eve nsuit vo e r het gebruik van de [DATA] -toets is niet mogelijk tijdens het vergroot
weergeven van het tolerantieoordeel. De gemeten waarde wordt alleen extern uitgevoerd
als een uitvoerverzoek (REQ) van een extern apparaat wordt ontvangen.
10. Parameters instellen
Er zijn vijf soorten parameteritems om in te stellen.
2
Tips
• Houd de [MODE]-toets ingedrukt om de parameterinstelling te annuleren. Merk op dat
niet-bevestigde instellingen niet worden weergegeven.
• Alle parameterinstellingen blijven behouden, zelfs wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
Ze worden echter gewist bij het vervangen van de batterij en moeten dan opnieuw worden
ingesteld.
1) Telrichting instellen
Uitvoer 10,015 mm
De telrichting kan worden ingesteld met betrekking tot de bewegingsrichting van de spindel.
Positieve telling
Negatieve telling
1
1
Houd de [MODE]-toets ingedrukt om de parameterinstellingsmodus
te openen.
⇨ Schakelt over naar parameterinstellingsmodus.
2
Selecteer het parameteritem dat u wilt instellen
1 Bevestig dat [r.] knippert.
2 Druk op de [SET]-toets.
⇨ De telrichting kan worden ingesteld.
3
De telrichting instellen
1 Druk op de [MODE] -toets om de telrichting te selecteren.
[ ▼ ] uit: Telt op wanneer de spindel wordt verhoogd.
[ ▼ ] knipperend: telt af wanneer de spindel wordt verhoogd.
Telkens wanneer op de [MODE] -toets wordt gedrukt, wordt
de telrichting van boven naar beneden omgeschakeld.
2 Druk op de [SET]-toets.
⇨ Instellingen zijn bevestigd; verschuift naar het volgende
parameteritem.
(Ga verder met stap
beoordelingsfunctie instellen".)
1) Telrichting
2) Tolerantiebeoordelingsfunctie
4) Berekeningsfunctie
5) Functievergrendeling
3) Resolutie
3
-1
3
in "2) Tolerantie-
Mitutoyo Corporation 1-20-1 Sakado, Takatsu-ku, Kawasaki City, Kanagawa 213-8533
2) Tolerantie-beoordelingsfunctie instellen
De tolerantiewaarden kunnen worden ingesteld om een GO/
NG-beoordeling (pass/fail-beoordeling) voor de gemeten
waarde te geven. Tolerantiewaarden kunnen onafhankelijk
worden ingesteld voor ABS / INC meettypen en normale/
berekeningsmetingen (in totaal 4 typen).
Normale weergave
(meetwaarde en
beoordelingsresultaat)
-NG
Vergrote weergave (alleen
beoordelingsresultaat)
-NG
1
C o n t r o l e e r o f d e m e e t m o d u s w a a r o p d e
tolerantie-beoordelingsfunctie is toegepast, is
geselecteerd.
⇨ Raadpleeg "4) Berekeningsfunctie
instellen" voor informatie over het
schakelen tussen normale/
berekeningsmetingen.
H o u d d e [ M O D E ] - t o e t s i n g e d r u k t o m d e
2
parameterinstellingsmodus te openen.
⇨ Schakelt over naar parameterinstellings-
modus.
3
Selecteer het parameteritem dat u wilt instellen
1 Druk op de toets [MODE] totdat [toL.] wordt
weergegeven.
2 Druk op de [SET]-toets.
⇨ De tolerantie - beoordelingsfunctie kan
worden ingesteld.
4
De weergavemethode voor de meetresultaten
instellen
1 Selecteer de weergavemethode door op de
toets [MODE] te drukken.
⇨ Telkens wanneer op de [MODE] -toets wordt
gedrukt, verandert de weergavemethode in
de volgorde "A → B → C → A."
A: Display uit
B: Normale weergave
C: Vergrote weergave
2 Druk op de [SET]-toets.
⇨ Selectie wordt bevestigd.
Als "Normale weergave" of "Vergrote weergave" is
geselecteerd:
[▶] knippert en de bovenlimiet kan worden
ingesteld.Om het instellen van de bovenlimiet over
te slaan, drukt u nogmaals op de toets [SET] (ga
1
verder met stap
6
).
Als [OFF] is geselecteerd:
2
-1
0,001 mm-modellen
Ga verder met stap in
2
"3) Resolutie wisselen".
2
-2
0,01 mm-modellen
Ga verder met stap in
"4) Berekeningsfunctie
2
instellen".
Toets pictogram bediening
< 1 s
=
=
3
-2
OK
+NG
OK
+NG
2
3
-1
3
-2
4
-1
A
4
-2
B
C
4
-2
> 2 s
Gedrukt in Japan
Advertenties
Inhoudsopgave
