2 De PMIX35 als data interface
2.2.3
Communicatie formaat
Alle communicatie is in ASCII formaat. De berichten tussen de PC applicatie en de PMIX35 zijn voorzien van headers. De PC
applicatie neemt altijd het initiatief en de PMIX35 zal daarop antwoorden. Zie onderstaande tabel voor het formaat:
$>9000{bericht}cs#
$
>
9000
{bericht}
cs
#
$<9000{bericht}cs#
$
<
9000
{bericht}
cs
#
Tabel 2 1: Formaat headers.
Er zijn verschillende type berichten, waaronder berichten waarin het X-10 verkeer zit. Binnen deze berichten zit naast het X-10
formaat ook de bijbehorende signaalniveaus. Onderstaande tabel geeft het X-10 formaat weer:
<L><AA>
L
AA
<L><CC[C]>
L
CC[C]
<L>[1]<AA><EEEE>
L
AA
EEEE
" "
" "
Tabel 2 2: Formaat X-10.
Communicatie richting: PC -> PMIX35
Start karakter.
Communicatie richting van PC naar PMIX35.
Adres van PMIX35.
Bericht voor PMIX35.
Checksum: optelsom van alle karakters behalve het eind karakter.
Eind karakter.
Communicatie richting: PMIX35 -> PC
Start karakter.
Communicatie richting van PMIX35 naar PC.
Adres van PMIX35.
Bericht voor PC.
Checksum: optelsom van alle karakters behalve het eind karakter.
Eind karakter.
Address
16 Lettercodes, A t/m P.
16 Adressen, 01 t/m 16.
Command
16 Lettercodes, A t/m P.
Commando's: ON, OFF, DIM, BGT, AUF, ALN, ALF, HRQ, HAK, PRG, SON, SOF, SRQ.
Extended
16 Lettercodes, A t/m P.
16 Adressen, 01 t/m 16.
Extended code hexadecimal.
Space
Het spatie karakter. Dit komt overeen met een bepaalde tijd tussen de verschillende berichten.
Berichten die onderling verschillen zijn altijd gescheiden door een spatie.
19