1 Programmeer- en meetfuncties
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende tellers met hun functie.
Met de
toets kunnen alle tellers op 0 worden gezet.
Indicatornaam
All Addresses
All Commands
DIM/BGT Commands
Extended commands
Tabel 1 5: Tellers.
1.2.3
Versturen en ontvangen van berichten
1.2.3.1 Direct versturen van berichten
Voor het versturen van berichten kunnen direct de gewenste adressen en commando's worden verstuurd met de daarvoor
beschikbare knoppen (zie figuur 10). Daarbij moet "Add to command line" (naar commandoregel) niet geselecteerd zijn.
Figuur 10: Direct versturen van berichten.
1.2.3.2 Versturen van meerdere berichten tegelijkertijd
Voor het versturen van meerdere berichten tegelijkertijd kan gebruik worden gemaakt van de 2 beschikbare commandoregels
(zie figuur 11).
Figuur 11: Indirect versturen van berichten.
Voorbeeld:
Volg onderstaande stappen voor het versturen van een Status Request naar adres: "A01".
1. Selecteer de optie:
2. Selecteer het adres:
3. Klik met de muis op de bovenste commandoregel.
4. Toets 2x:
, in dit voorbeeld A01A01.
5. Toets:
(tussen adressen en commando's behoort altijd een spatie te staan).
6. Toets 2x:
7. Verstuur de commandoregel met de toets naast het invoerveld:
12
Diagnose
Tellerwaarde van alle ontvangen adressen.
Tellerwaarde van alle ontvangen commando's.
Tellerwaarde van alle ontvangen DIM en BRIGHT commando's.
Tellerwaarde van alle ontvangen extended data.
Maak gebruik van de adres selectieknoppen
kiezen. De knop
line" bij het gebruik van macro's.
is alleen van toepassing bij de selectie van "Add to command
om een ander adres te