Bedrading
Bedrading aansluiten
Verwijder de 2 schroeven die het deksel vasthouden en verwijder het deksel van de
stroombron.
Sluit de voedingsbedrading op het voedingsklemmenbord aan. Zorg ervoor dat de
aardingsbedrading op de aardingsterminal is aangesloten.
Sluit de inter-unit besturingsbedrading aan op de U1 en U2 terminals.
Bij het aansluiten van externe apparatuur, raadpleeg "Aansluiting op externe uitrustingen" (P.69).
Plaats het deksel van de stroombron op zijn plaats en draai de 2 schroeven voor het
vastzetten van het deksel aan.
Schroef voor bevestiging
van het deksel
Deksel van de voedingsbron
De aardingsbedrading voor de bescherming
moet langer zijn dan de elektriciteitslijn (L, N).
Besturingsbedrading
tussen de units
Opmerking
Er is geen polariteit voor de inter-unit besturingsbedrading.
Opgelet
Laat de Inter-unit besturingsbedrading niet doorheen dezelfde buis als de
stroomvoorziening lopen of in de buurt lopen.
Gebruik inter-unit besturingsbedrading die verschilt van de voedingsbedrading,
zodat ze visueel uit elkaar kunnen worden gehouden.
Symbolen op de besturing
Dit symbool verwijst naar "beschermende aarding".
68
(NL)
(vervolg)
Klemmenbord voor
elektrische aansluiting
L N
100 - 240 V ~
Elektrische bedrading
Signaal klemmenbord
U1 U2
LINK
Gebruik deze schroef bij het aansluiten
van de bescherming van de inter-unit
besturingsbedrading op de aarding (FG*)
*: Functionele aarding