5.1.13 De BENNING CM 9 wordt gevoed door twee batterijen van 1,5 V (IEC
LR 03/ AAA/ micro).
5.1.14 Indien de batterijen onder de minimaal benodigde spanning dalen (2 V),
verschijnt het batterijsymbool 5 in het scherm. Om foutieve meetwaar-
den te vermijden, dienen vervolgens onmiddellijk de batterijen vervan-
gen te worden.
5.1.15 De levensduur van een batterij (alkaline) bedraagt ongeveer 60 uur.
5.1.16 Afmetingen van het apparaat (L x B x H) = 205 x 75 x 40 mm
Gewicht = 270 gram
5.1.17 Maximale opening van de stroomtang: 43 mm
5.1.18 Maximale diameter van de stroomleiding: 40 mm
6.
Gebruiksomstandigheden
-
De BENNING CM 9 is bedoeld om gebruikt te worden voor metingen in
droge ruimtes.
-
Barometrische hoogte bij metingen: 2000 m. maximaal.
-
Categorie van overbelasting/installatie: IEC 60664-1/ IEC 61010-1 (2001)
→ 300 V categorie III.
-
Beschermingsgraad stofindringing: 2
-
EMV: EN 61326-1
-
Beschermingsgraad: IP 40 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529),
Betekenis IP 40: Het eerste cijfer (4); Bescherming tegen binnendringen
van stof en vuil > 1 mm in doorsnede, (eerste cijfer is bescherming tegen
stof/ vuil). Het tweede cijfer (0); Niet beschermd tegen water, (tweede cijfer
is waterdichtheid).
-
Werktemperatuur en relatieve vochtigheid:
Bij een werktemperatuur van 0 °C tot 30 °C: relatieve vochtigheid van de
lucht < 80 %.
Bij een werktemperatuur van 31 °C tot 40 °C: relatieve vochtigheid van de
lucht < 75 %.
Bij een werktemperatuur van 41 °C tot 50 °C: relatieve vochtigheid van de
lucht < 45 %.
-
Opslagtemperatuur: de BENNING CM 9 kan worden opgeslagen bij tempe-
raturen van - 20 °C tot + 60 °C met een relatieve vochtigheid van de lucht <
80 %. Daarbij dienen wel de batterijen te worden verwijderd.
7.
Elektrische gegevens
Opmerking: de nauwkeurigheid van de meting wordt aangegeven als som van:
-
een relatief deel van de meetwaarde
-
een aantal digits.
Deze nauwkeurigheid geldt bij temperaturen van 18 °C tot 28 °C bij een relatieve
vochtigheid van de lucht < 80 %.
7.1 Meetbereik voor wisselstroom, laagdoorlaatfilters gedeactiveerd
Meetbereik
Resolutie
6 mA
0,001 mA
60 mA
0,01 mA
600 mA
0,1 mA
6 A
0,001 A
60 A
0,01 A
100 A
0,1 A
AutoRange
gemengd
*1
De gemeten waarde wordt verkregen door detectie van de gemiddelde
waarde en deze als effectieve waarde weer te geven. De meetnauwkeurigheid
is gespecificeerd voor een sinusvorm.
De aangegeven nauwkeurigheid is gespecificeerd voor stroomleidingen die pre-
cies in het midden van de stroomtang 1 omvat worden (zie fig. 2 - 7). Voor lei-
dingen die niet precies in het midden omvat kunnen worden, moet rekening wor-
den gehouden met een extra fout van 1 % van de aangegeven waarde. Invloed
van een magnetisch veld van parallelle leidingen: 0,002 % typische waarde.
02/ 2011
Nauwkeurigheid v/d meting
bij 50 Hz - 60 Hz
0...10 A
± (1 % meetwaarde + 3 digits)
10...50 A
± (2 % meetwaarde + 6 digits)
50...100 A
± (10 % meetwaarde + 6 digits)
bij 61 Hz - 400 Hz
0...10 A (2 % meetwaarde + 6 digits)
10...50 A (10 % meetwaarde + 6 digits)
50...100 A (35 % meetwaarde + 6 digits)
BENNING CM 9
*1
Beveiliging tegen
overbelasting
300 V
eff
53