Videocontroller — Het schakelsysteem op een videokaart of op de systeemkaart
(in computers met een geïntegreerde videocontroller) die, in combinatie met
de monitor, de videomogelijkheden levert voor uw computer.
Videogeheugen — Geheugen dat bestaat uit geheugenchips voor videofuncties.
Videogeheugen is doorgaans sneller dan systeemgeheugen. De grootte van het
geïnstalleerde videogeheugen beïnvloedt in de eerste plaats het aantal kleuren
dat een programma kan weergeven.
Videomodus — Een modus die aangeeft hoe tekst en beeld worden weergegeven
op een monitor. Op beelden gebaseerde software, zoals de besturingssystemen van
Windows, werkt in videomodi die kunnen worden gedefinieerd als x horizontale
pixels bij y verticale pixels bij z kleuren. Op tekens gebaseerde software, zoals tekst-
editors, werkt in videomodi die kunnen worden gedefinieerd als x kolommen
bij y rijen tekens.
Videoresolutie — Zie resolutie.
Vingerafdruklezer — Een sensor die uw unieke vingerafdruk gebruikt om uw
gebruikersidentiteit te verifiëren voor een betere beveiliging van uw computer.
Virus — Een programma dat voor ongemak en irritatie zorgt of gegevens vernielt
die op uw computer zijn opgeslagen. Een virusprogramma kan van de ene computer
op een andere overgaan via een geïnfecteerde diskette, van internet gedownloade
software, of e-mailbijlagen. Wanneer een geïnfecteerd programma wordt gestart,
wordt het aangehechte virus ook gestart.
Een veel voorkomend virus is een opstartvirus, dat is opgeslagen in de opstartsectoren
van een diskette. Als de diskette in het station zit op het moment dat de computer
wordt uitgeschakeld en deze wordt vervolgens weer aangezet, wordt de computer
geïnfecteerd tijdens het lezen van de opstartsectoren van de diskette. Als de computer
eenmaal is geïnfecteerd, kopieert het opstartvirus zichzelf op alle diskettes die worden
gelezen of geschreven in die computer, totdat het virus is verwijderd.
224
Woordenlijst