2
Wanneer de sensor op de verdamper een temperatuur van ≥40 °C waarneemt, zal de
ontvochtiger met het oog op de veiligheid automatisch afslaan, en licht het symbool
voor automatische ontvochtiging
Wanneer deze beveiliging is geactiveerd:
•
werken de regelknoppen niet meer. Verwijder het netsnoer uit het stopcontact en
sluit het weer aan om het apparaat opnieuw op te starten.
•
Wanneer het apparaat wordt opgestart nadat de beveiliging tegen extreem hoge of
lage temperaturen is geactiveerd, zullen de instellingen niet meer in het geheugen
staan.
LUCHTFILTER
De ontvochtigers zijn uitgerust met een 3-laags filter om de lucht die in de ruimte circuleert
te filteren.
Het 3-laags filterpakket bestaat uit een gaasfilter en (een apart verpakt) 3M
actief koolfilter. Deze filters moeten volgens de aanwijzingen worden geplaatst, voordat
de ontvochtigers worden gebruikt.
Afbeelding 7
1
Gaasfilter; voor het verwijderen van grotere stofdeeltjes.
2
3M™ HAF-filter; om ongezonde deeltjes uit de lucht te verwijderen, zoals pollen,
bacteriën, dierlijke huidschilfers en stof.
3
Actief koolfilter; om geuren te verwijderen.
FILTERS REINIGEN, INSPECTEREN OF VERVANGEN
FILTERS VERWIJDEREN (D 510 - D 512):
•
Verwijder het waterreservoir (zie hoofdstuk WATERAFVOER EN VOL RESERVOIR)
•
Open het filter door de 2 onderste klemmen naar u toe te trekken.
•
Verwijder het gaasfilter door met 2 of 3 vingers stevig op de bovenkant ervan
te drukken. Het gaasfilter zal buigen, zodat de twee bevestigingshaakjes aan de
bovenkant van het filter uit de gaatjes kunnen worden getrokken. Het gaasfilter is nu
los en kan eenvoudig worden verwijderd.
TM
•
Nu zijn het 3M
HAF-filter en het actief koolfilter zichtbaar. Verwijder beide filters.
op.
TM
HAF- en
1
151