FUNCTIE WIJZIGEN
Gebruik de "mode"
- continu ontvochtigen
- automatisch bedrijf
- ventilatorsnelheid
Bij overschakeling naar continu ontvochtigen, gaat het
insteltoets
permanent te zien op het display en het apparaat ontvochtigt nu voortdurend.
Bij overschakeling naar automatisch bedrijf zal het
kunt de gewenste relatieve luchtvochtigheid aanpassen met de insteltoets
Om de gewenste relatieve luchtvochtigheid te bevestigen kunt u op de "mode"-toets
drukken, of 3 seconden wachten. Het
IN AUTOMATISCHE MODUS
In de ventilatorstand zal het
In deze stand kunt u de ventilatorsnelheid hoger of lager zetten door op de insteltoets
te drukken.
Om de gewenste relatieve ventilatorsnelheid te bevestigen, kunt u op de "mode"-toets
drukken, of 3 seconden wachten.
Wanneer de relatieve luchtvochtigheid lager is dan de door de gebruiker ingestelde
waarde, slaat de compressor af en schakelt de ventilator over naar lage snelheid (low). Het
apparaat ontvochtigt dan niet.
Wanneer er een omgevingstemperatuur van meer dan 32 °C wordt gemeten, schakelt de
ventilator over naar hoge snelheid (high).
AUTOMATISCH ONTDOOIEN:
Om te voorkomen dat de binnenkant van het apparaat bevriest wanneer de temperatuur
in de ruimte onder de 16 °C komt, is het apparaat voorzien van een automatische
ontdooifunctie.
Het apparaat doorloopt om de 25 minuten automatisch een ontdooicyclus van 7 minuten.
Tijdens het ontdooien ontvochtigt het apparaat niet. De compressor wordt uitgeschakeld,
de ventilator draait op hoge snelheid en het display geeft
AUTOMATISCHE HERSTARTFUNCTIE
Wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken terwijl de ontvochtiger in bedrijf is,
worden de bedrijfsmodus en de gewenste (ingestelde) luchtvochtigheid in het geheugen
opgeslagen, totdat de stroomtoevoer is hersteld.
BEVEILIGING TEGEN EXTREEM HOGE OF LAGE TEMPERATUREN
1
Wanneer de sensor op de luchtinlaat een omgevingstemperatuur van ≤ 0 °C of ≥ 40 °C
waarneemt, zal de ontvochtiger met het oog op de veiligheid automatisch afslaan, en
een continu alarmsignaal afgeven in de vorm van 3 lange en 2 korte pieptonen.
Wanneer de sensor een omgevingstemperatuur van ≤0 °C waarneemt, dan geeft het
LCD-display "0 °C" aan.
Wanneer de sensor een omgevingstemperatuur van ≥40 °C waarneemt, dan geeft het
1
LCD-display "40 °C" aan.
150
-toets om te schakelen tussen
ter bevestiging. In de modus voor constante waterafvoer is het
-symbool oplichten.
-symbool knipperen. Druk op de
symbool oplichten. In deze stand
-symbool wordt permanent weergegeven.
1
2
27
4
5
6
aan.
1
9
-pictogram
.
3
14
7
13
8 10