Gebruik
Starten
OPMERKING
Controleer voordat u de machine start
•
of er geen bedieningselementen zijn
geactiveerd.
Controleer of het batterijdeksel is gesloten.
•
Controleer of de batterij op zijn plaats is
•
vergrendeld.
– Controleer of de batterij is aangesloten.
– Controleer of het deksel van het batterij-
compartiment gesloten en goed vergren-
deld is.
– Neem met behulp van de handgreep plaats
op de machine.
– Ga op de stoel zitten.
– Trap op het dodemanspedaal.
– Ontgrendel de noodstopschakelaar (1) als
deze is ingedrukt.
– Draai de sleutel (2) om. Voer bij modellen
met een elektronische sleutel of de optie
FleetManager™ de pincode in.
Het display (3) licht op. De machine is gereed
voor gebruik.
11748011559 NL - 06/2019
4
Starten
35