Inleiding Uw machine Uw machine Algemeen De in deze bedieningsinstructies beschreven heftruck voldoet aan de van toepassing zijnde normen en veiligheidsvoorschriften. Als de machine op de openbare weg moet worden gebruikt, moet hij voldoen aan de geldende nationale voorschriften van het land waar de machine wordt gebruikt.
Inleiding Uw machine CE-markering Met de CE-markering verklaart de fabrikant dat de machine voldoet aan de ten tijde van het op de markt brengen van de machine gel- dende normen en voorschriften. De meege- leverde EG-verklaring van overeenstemming bevestigt dit. De CE-markering is aange- bracht op het typeplaatje.
Inleiding EG-verklaring van overeenstemming EG-verklaring van overeen- stemming Verklaring STILL GmbH Berzeliusstraße 10 22113 Hamburg DUITSLAND Wij verklaren dat de machine volgens deze bedieningsinstructies Machine volgens deze bedieningsinstructies Model in overeenstemming is met de meest recente versie van de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Pagina 15
Inleiding EG-verklaring van overeenstemming De EG-verklaring van overeenstemming moet zorgvuldig worden opgeborgen en in voorkomende gevallen toegankelijk worden gemaakt voor de verantwoordelijke instanties. 11748011559 NL - 06/2019...
Inleiding Identificatielabel Identificatielabel OPMERKING Vermeld bij alle technische vragen het serien- ummer. Model Fabrikant Serienummer Bouwjaar Leeggewicht (zonder batterij) in kg Max. batterijgewicht Min. batterijgewicht Extra gewicht (ballast) in kg Nominaal motorvermogen (kW) Batterijspanning V Nominaal hefvermogen in kg CE-merkteken Regels voor het bedrijf dat ge- motoriseerde transportwerk- tuigen gebruikt...
Pagina 17
• Informatie over transport, eerste ingebruik- name en opslag van gemotoriseerde trans- portwerktuigen Internetadres en QR-code De informatie is op elk moment toegankelijk door het adres https://m.still.de/vdma in een webbrowser te plakken of door de QR-code te scannen. 11748011559 NL - 06/2019...
Inleiding Verantwoord gebruik Verantwoord gebruik De in deze bedieningsinstructies beschreven Het doel van het vooraf verkrijgen van deze heftruck is geschikt voor het heffen, transpor- goedkeuringen is het zoveel mogelijk beper- teren en stapelen van lasten. ken van gevaarlijke situaties. De machine mag uitsluitend voor het beoogde Het hefvermogenlabel vermeldt de maximale gebruiksdoel worden gebruikt, zoals beschre-...
Inleiding Ongeoorloofd gebruik Ongeoorloofd gebruik Voor elk gevaar voortvloeiend uit het ongeoor- Het vervoeren van personen is verboden. loofde gebruik van de machine is het bedrijf De vorkheftruck mag niet worden gebruikt in dat de machine gebruikt of de bestuurder ver- brand- of explosiegevaarlijke of corrosieve of antwoordelijk en niet de fabrikant.
Pagina 20
Inleiding Afvoeren van componenten en batterijen 11748011559 NL - 06/2019...
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Deze bedieningsinstructies, geleverd bij de • Regelmatige controles en technische machine, moeten worden gecommuniceerd inspecties met alle betrokken personen en met name • Recycling van smeermiddelen, oliën en met het personeel dat verantwoordelijk is batterijen voor het onderhoud van en het rijden met •...
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken mid- delen Toegestane middelen WAARSCHUWING Zie het onderhoudsschema voor de toege- stane te gebruiken middelen. De te gebruiken middelen kunnen gevaarlijk zijn. Houd u bij het omgaan met deze middelen aan de veiligheidsvoorschriften.
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Hydrauliekolie WAARSCHUWING Hydrauliekolie is watervervuilend! De hydrauliekoliën zijn gevaarlijk voor Sla hydrauliekolie altijd in containers op die de gezondheid en staan tijdens het aan de geldende regels voldoen. gebruik van de vorkheftruck onder druk.
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING MILIEUVOORSCHRIFT Batterijzuur bevat verdund zwavel- – Voer gebruikt batterijzuur af volgens de zuur. Dit is bijtend. hiervoor geldende voorschriften. – Draag bij het werken met batterij- zuur altijd beschermende kleding en een veiligheidsbril.
Veiligheid Emissies Emissies Geluidsemissieniveaus Berekend tijdens de testcyclus die werd OPMERKING uitgevoerd volgens de norm EN 12053. Tijdens het gebruik van hef- en magazijntrucks Geluidsdrukniveau in het bestuurderscom- kunnen er lagere of hogere geluidsniveaus partiment voorkomen, door bijv. de bedrijfsmodus, om- gevingsfactoren en andere geluidsbronnen.
Veiligheid Overige gevaren en risico's Overige gevaren en risico's Ondanks alle voorzorgsmaatregelen tijdens of onregelmatige oppervlakken, of door het gebruik en het opvolgen van de normen en slecht zicht etc. voorschriften kunnen verdere risico's tijdens • Vallen, struikelen etc. wanneer u zich op het gebruik van de machine niet volledig de machine verplaatst, met name in natte worden uitgesloten.
Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet erop Het bedrijf is verantwoordelijk voor de plan- toezien dat de machine uitsluitend wordt inge- ning en correcte uitvoering van regelmatige zet voor het beoogde gebruiksdoel ervan en veiligheidscontroles.
Pagina 29
Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen Verbod voor onbevoegden Wanneer hij de machine verlaat, dient de bestuurder ervoor te zorgen dat onbevoegde De bestuurder is gedurende zijn gehele personen de machine niet kunnen gebruiken. werktijd verantwoordelijk voor de machine. Hij mag niet toestaan dat niet-geautoriseerde personen de machine bedienen.
Veiligheidsinspectie op basis van tijd en ongebruikelijke voorvallen Het bedrijf dat de machine gebruikt (zie het hoofdstuk ”Definitie van de verantwoorde- STILL GmbH Hamburg lijke personen”) moet ervoor zorgen dat de machine ten minste eenmaal per jaar of na Regelmäßige Prüfung ongebruikelijke voorvallen door een specialist (FEM 4.004)
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Display- en bedieningspaneel Indicatielampje dodemansschakelaar Menu Settings (instellingen) Indicatielampje batterij Menu Load Management en stand van het Indicatielampje temperatuur aangedreven wiel Indicatielampje instellingen Menu Status Indicatielampje waarschuwing Weergave van de bedrijfstijd van de ma- Indicatielampje rijprogramma chine Indicatielampje Activiteit Weergave van de batterijlading...
Overzichten Markeringen Markeringen Plaats van markeringen Identificatielabel Hefvermogenlabel Merklabel Label "Nooit met handen aanraken" Regelmatige veiligheidsinspectie van het Veiligheidslabel voor mast label van de machine Label voor aanbrengen van stroppen. Label met waarschuwingsinstructies. Be- Bedieningsinstructies van de machine dieningsinstructies van de machine raadple- raadplegen Modellabel 11748011559 NL - 06/2019...
Overzichten Markeringen Serienummer xx xxxx x xxxxx OPMERKING Vermeld bij alle technische vragen het serien- ummer. Het serienummer bevat de volgende informa- tie: 1 Fabriek 2 Type 3 Productiejaar 4 Volgnummer 7090_921-004 11748011559 NL - 06/2019...
Pagina 40
Overzichten Markeringen 11748011559 NL - 06/2019...
• Pompeenheid 3,2 kW Deze masten zijn uitgerust met zijdelingse hefcilinders. Batterijen De FXV 14 N en FXV 16 N zijn uitgerust met De machine wordt gevoed door: de volgende masten: • Een gelbatterij of een loodbatterij. De • S-masten (standaard) voor hoogtes van...
Pagina 43
Gebruik Technische beschrijving • Een stuur en een bedieningseenheid • Elektronische sleutel • Een contactschakelaar • Koelhuisuitvoering (-35°C) • Een display • Documenthouder • Een noodstopschakelaar • Stuurknop • Een stoel • Joystick • Een dodemanspedaal OPMERKING • Een greep voor op- en afstappen •...
Gebruik Lijst van controles voorafgaand aan het starten Lijst van controles voorafgaand aan het starten WAARSCHUWING de bijbehorende bedieningsinstructies werken. Beschadigingen of andere gebreken van de ma- chine of een voorzetapparaat (speciale uitrusting) – Beschadigde of ontbrekende stickers kunnen tot ongevallen leiden. moeten worden vervangen conform de Indien tijdens de volgende controles beschadigin- tabel met posities van markeringen.
Gebruik Starten Starten OPMERKING Controleer voordat u de machine start • of er geen bedieningselementen zijn geactiveerd. Controleer of het batterijdeksel is gesloten. • Controleer of de batterij op zijn plaats is • vergrendeld. – Controleer of de batterij is aangesloten. –...
Gebruik Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname Noodstopschakelaar controleren Controleer de werking van de noodstopscha- kelaar als volgt: – Rijd met de machine – Druk op de noodstopschakelaar (1) De machine stopt onmiddellijk. De voeding van de machine wordt onderbroken.
Gebruik Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname Claxon controleren De claxon bevindt zich aan de achterzijde van de bedieningseenheid. Controleer de werking van de claxon als volgt: – Druk op de knop (1) op de bedieningseen- heid De claxon klinkt. 11748011559 NL - 06/2019...
Gebruik Bedieningsinstructies machine Bedieningsinstructies machine De machines zijn ontworpen voor gebruik van de machine moet worden gereduceerd, binnen en buiten, in niet-explosiegevaarlijke aangezien de machine kan kantelen tijdens omgevingen. De temperatuur moet tussen het remmen of het nemen van bochten. -10 °C en +45 °C liggen en de relatieve De lasten moeten uniform zijn, met een luchtvochtigheid moet minder zijn dan 95%.
Pagina 49
Gebruik Bedieningsinstructies machine WAARSCHUWING WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Veiligheidsrichtlijnen voor het rijden: Houd uw handen altijd aan de bedieningselemen- – De bestuurder dient in bochten en bij het inrijden ten. Kom met uw handen nooit in de buurt van be- van nauwe doorgangen langzaam te rijden. wegende delen voordat u de lastarmen helemaal –...
Gebruik Op- en afstappen Op- en afstappen WAARSCHUWING Val-, struikel- of uitglijgevaar wanneer u op- of afstapt. Gebruik de greep (1) en de stoel (2) als hulp bij het op- en afstappen. – Houd de greep met (1) één hand vast –...
Gebruik Werking van de dodemansschakelaar Werking van de dodemans- schakelaar De machine is uitgerust met twee dodemans- schakelaars: • De stoel (2) • Het dodemanspedaal (1) Deze twee componenten zijn veiligheidsvoor- zieningen van de machine. Eerst moet de bestuurder op de stoel (2) gaan zitten.
Pagina 52
Gebruik Werking van de dodemansschakelaar LET OP Bedieningselementen buiten werking stellen Als het dodemanspedaal tijdens het rijden wordt losgelaten: - De rem van de machine wordt automatisch inge- schakeld - De bedieningselementen werken niet meer 11748011559 NL - 06/2019...
Gebruik Afstelling van het bestuurderscompartiment Afstelling van het bestuurderscompartiment Stoel verstellen De stoel is uitgerust met een dodemansscha- kelaar. De bestuurder moet zijn gewicht in stappen van 10 kg instellen om deze detectie te activeren. Ga als volgt te werk: –...
Gebruik Afstelling van het bestuurderscompartiment Optionele stoelverwarming De bestuurdersstoel kan uitgerust zijn met optionele stoelverwarming. De verwarming wordt ingeschakeld wanneer wordt vastgesteld dat de bestuurder op de stoel zit. Schakel de verwarming als volgt in: – Ga op de stoel zitten –...
Gebruik Gebruik van het display- en bedieningspaneel Gebruik van het display- en bedieningspaneel Keuzetoetsen De bestuurder selecteert de menu's met de vier keuzetoetsen: • De toets Blue Q (1) om de modus Blue Q, de haasmodus of de schildpadmodus te selecteren •...
Pagina 56
Gebruik Gebruik van het display- en bedieningspaneel – Ga op de stoel zitten Het lampje dat de aanwezigheid van de be- stuurder op de stoel (1) aangeeft, wordt ver- vangen door het lampje dat de aanwezigheid van de bestuurder op het pedaal (2) aangeeft, dat knippert.
Pagina 57
Gebruik Gebruik van het display- en bedieningspaneel Oplaadbeheer De bedieningseenheid toont de batterijlading. De bestuurder kan het batterijpictogram (1) of (2) raadplegen. Het aantal balken geeft de batterijlading aan. • Van 0 tot 20%: 1 balk • Van 21 tot 40%: 2 balken •...
Gebruik Gebruik van het display- en bedieningspaneel Rijprogramma Het lampje Rijprogramma (1) brandt continu als er een rijmodus is gekozen. Er zijn drie verschillende rijmodi: • Schildpadmodus (2) • Haasmodus (3) • Blue-Q-modus (4) Het pictogram van de gekozen rijmodus verschijnt op het display.
Pagina 59
Gebruik Gebruik van het display- en bedieningspaneel Menu Instellingen Het menu Settings (instellingen) biedt toegang tot de verschillende instellingen. – Selecteer het menu Settings (instellin- gen) (1) Dit menu biedt toegang tot een vervolgkeuze- menu (2) met: • Taal • Eenheid •...
Gebruik Gebruik van het display- en bedieningspaneel Beginscherm Naast de verschillende menu's en lampjes die hierboven worden vermeld, staan er aanvullende gegevens ter beschikking: • Het menu Truck Status (machinestatus) (1) geeft het machinemenu weer • Het zandloper-pictogram (2) geeft de bedrijfstijd van de machine aan •...
Gebruik Veiligheidsrichtlijnen voor het rijden Veiligheidsrichtlijnen voor het rijden Rijgedrag • Rijd nooit zittend op het dashboard op de machine Bestuurder moet zich tijdens het rijden binnen • De machine mag niet als opstap worden het bedrijf aan de normale verkeersregels gebruikt houden.
Gebruik Rijden Rijden Definiëring van de richtingen De in de tekst gebruikte termen hebben be- trekking op de plaats van de componenten ten opzichte van het bestuurderscompartiment. • Achteruitrijden (1) • Vooruitrijden (3) • Naar rechts (4) • Naar links (2) De last bevindt zich aan de achterzijde.
Gebruik Rijden Vooruitrijden – Duw met uw duim de rijschakelaar naar links (2) om vooruit te rijden (richting tegengesteld aan de vork). – Als de rijschakelaar wordt losgelaten, wordt de machine elektrisch afgeremd. Achteruitrijden – Duw met uw duim de rijschakelaar naar rechts (1) om achteruit te rijden (in de richting van de vorken).
Gebruik Rijden Remmen door veranderen van rijrichting – Beweeg de rijrichtingschakelaar (2) of (3) in de tegengestelde rijrichting. Remmen door de rijschakelaar los te laten – Laat tijdens het rijden de rijschakelaar helemaal los. De rem wordt automatisch ingeschakeld. De machine wordt tot stilstand gebracht.
Gebruik Rijden Rijprogramma Het indicatielampje (1) brandt tijdens het gebruik van de machine. De toestand van het indicatielampje geeft het geselecteerde programma aan. De machine is uitgerust met drie verschillende rijprogramma's: • Haasmodus (3) • BlueQ-modus (4) • Schildpadmodus (2) OPMERKING Wanneer de bestuurder de machine opnieuw start, wordt automatisch de laatst geselecte-...
Gebruik Rijden Schildpadmodus Door de schildpadmodus te selecteren kunt u het vermogen van de machine verlagen: • De rijsnelheid van de machine wordt verlaagd tot 6 km/h • De snelheid van de hef- en daalbewegingen van de vorken wordt aanzienlijk verlaagd De verschillende snelheden kunnen worden ingesteld.
Gebruik Rijden Achterzijde van de joystick De achterzijde van de joystick wordt voor het volgende gebruikt: • Claxonneren • Heffen en laten zakken van de lastarmen Claxon – Druk op de knop (5) op de joystick. Lastarmen heffen (initiële heffing) –...
Pagina 68
Gebruik Rijden – Draai de draaiknop linksom (tegen de klok in) (2) om naar rechts te sturen – Draai de draaiknop rechtsom (met de klok mee) (2) om naar links te sturen 11748011559 NL - 06/2019...
Gebruik Rijden Met de machine op een helling werken OPMERKING Onjuist gebruik van de machine op een helling wordt ontraden. Daarbij worden namelijk de rijmotor, remmen en batterij extra zwaar belast. Hellingen moeten met de grootste voorzichtig- heid worden genaderd: •...
Gebruik Rijden Hellingen afrijden Rijd hellingen altijd voorwaarts af. De last wijst naar de bovenkant van de helling. Zonder last adviseren wij om een helling vooruit af te rijden. In alle gevallen moet u met zeer lage snelheid rijden en gelijkmatig remmen. GEVAAR Levensgevaar en/of gevaar van ernstige materiële schade...
Gebruik Gebruik van de optie FleetManager™ Gebruik van de optie FleetManager™ Beschrijving van de optie FleetManager Met de FleetManager-optie kunt u de toegang GSM: Global System for Mobile Commu- tot de machine controleren. De optie is een nication (wereldwijd systeem voor mobiele vlootbeheersysteem.
Gebruik Gebruik van de optie FleetManager™ Een met de optie FleetManager™ uitgeruste machine in gebruik nemen Een met een toetsenblok of een elek- tronische sleutel uitgeruste machine in gebruik nemen – Draai aan de contactsleutel om de machine te starten. –...
Gebruik Gebruik van de optie FleetManager™ Optie FleetManager™: kleurcode- ring van de LED's De LED's kunnen verschillende statussen en verschillende kleuren hebben. Hieronder vindt u de lijst met de meest voorkomende meldingen en hun betekenissen. Storing Oplossing Oorzaak LED-status Signaalgever LED 1 LED 2 Variant kaartlezer:...
Pagina 74
Gebruik Gebruik van de optie FleetManager™ Storing Oplossing Oorzaak LED-status Signaalgever LED 1 LED 2 Er zijn meerdere mogelijke oorzaken: - kaartlezer of toetsenblok niet Bij activering Neem contact op toegankelijk Knippert snel Knippert snel klinkt er een lang met het aftersales- - GPRS-module Kleur rood Kleur rood...
Gebruik Gebruik van de optie FleetManager™ Een met de optie FleetManager™ uitgeruste machine buiten gebruik stellen OPMERKING Bestuurders mogen zich tijdens het rijden niet bewust afmelden. WAARSCHUWING De toegang tot de machine moet worden geblok- keerd. Ongeautoriseerde gebruikers mogen de machine niet gebruiken.
Pagina 76
Gebruik Gebruik van de optie FleetManager™ Een met een RFID-kaartlezer uitgeruste machine buiten gebruik stellen – Parkeer de machine op een veilige plaats. – Houd de RFID-kaart of de RFID-transpon- der (4) kort voor de kaartlezer (3). De LED (1) licht één seconde op (kleur rood). De LED (2) brandt niet.
Gebruik Transporteren van lasten Transporteren van lasten Veiligheidsvoorschriften voor het hanteren van lasten WAARSCHUWING Volg de onderstaande instructies nauwgezet op al- vorens u lasten oppakt. Raak nooit bewegende de- len van de machine aan en ga nooit op bewegende delen staan (bijv. hefinrichting, duw-/schuifinrich- tingen, werkapparatuur of voorzieningen voor het oppakken van lasten).
Gebruik Transporteren van lasten Pallets of containers transporteren In principe moeten laadeenheden één voor één worden getransporteerd (bijv. pallets). Het gelijktijdig transporteren van meerdere laadeenheden is alleen toegestaan: • als er wordt voldaan aan de veiligheidsvoor- waarden • in opdracht van de toezichthoudende persoon.
Gebruik Transporteren van lasten Bedieningselementen hefinrichting WAARSCHUWING Verwondingsgevaar De veiligheidsinstructies moeten strikt worden opgevolgd. Raak geen bewegende delen (bijv. hefinrichting, duw- /schuifinrichtingen, werkapparatuur of voorzi- eningen voor het oppakken van lasten) aan en ga er niet op staan. LET OP Risico van een zwaaiende last en van stabiliteits- verlies Rijd niet met een geheven last zonder dat er een...
Gebruik Transporteren van lasten LET OP Heffen en dalen van de vorken Bedien dit bedieningselement (1) altijd voorzichtig, zonder rukbewegingen. Basishefinrichting Lastarmen heffen – Trek het bedieningselement (2) naar beneden(D). De lastarmen worden geheven. Lastarmen laten dalen – Duw het bedieningselement (2) om- hoog(C).
Controleer of de pallet in goede staat verkeert. Hefvermogen van de FXV 14/16 N − zonder initiële heffing FXV 14 N: 1400 kg FXV 16 N: 1600 kg Hefvermogen van de FXV 14/16 N − met initiële heffing...
Gebruik Transporteren van lasten Gegevens op het lastindicatieplaatje Voorbeeld van een FXV 16 N met initiële heffing en uitgerust met een triplexmast van 4716 mm: • 1: Maximale hefhoogte: 4802 mm • 2: Maximaal hefvermogen mast: 820 kg bij een hoogte van 4802 mm (zwaartepunt 400 mm) •...
Gebruik Transporteren van lasten Een enkele last hanteren GEVAAR Risico dat de machine valt Stapel niet tot de initiële hefhoogte. Vóór het oppakken van een last Controleer of het gewicht van de last niet gro- ter is dan het hefvermogen van de machine. •...
Gebruik Transporteren van lasten GEVAAR Beknellingsgevaar voor vingers, handen en armen Plaats uw handen niet boven het mastscherm. Demonteer het mastscherm niet. Een last van de grond oppakken – Gebruik de initiële heffing om een last van maximaal 2000 kg enkele centimeters van de grond te tillen.
Pagina 85
Gebruik Transporteren van lasten Een last op de grond neerzetten Ga als volgt te werk: – Rijd de machine naar de gewenste positie. – Rijd de last voorzichtig in de betreffende opslaglocatie. – Laat de last zakken tot de vorken vrij zijn. –...
Pagina 86
Gebruik Transporteren van lasten GEVAAR Levensgevaar! Bij geheven last mogen er geen personen onder of in de buurt van de machine staan. Een hoog geplaatste last oppakken Ga als volgt te werk: – Rijd de machine naar de gewenste positie. –...
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control Rijassistent: Dynamic Load Control Beschrijving van de Dynamic Load Control (DLC) De Dynamic Load Control-functie (DLC) is een systeem dat assisteert tijdens het rijden en werken met de machine. De bestuurder moet onder alle omstandighe- den alert blijven en zich aan de informatie op het lastindicatieplaatje van de machine hou- den.
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control LET OP Risico van garantieverlies. De A-eenheid (1) heeft een batterij. Alleen een door het aftersales-servicecentrum goedgekeurde monteur mag deze batterij vervangen. Normaliter wordt deze om de twee jaar of na 2000 draaiuren vervangen. LET OP Risico bij onjuist gebruik van de machine.
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control Met Dynamic Load Control (DLC) uitvoering 1 De optie Dynamic Load Control (DLC) uitvoe- ring 1 voorziet de bestuurder van de vorkhef- truck van: • Het maximaal toegestane gewicht op de vorken (nominale last) wanneer de maxi- male waarde in de buurt is of is overschre- den.
Pagina 90
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control Voorbeeld van het aflezen van een display bij de optie Dynamic Load Control (DLC) uitvoering 1: lastgewicht in de buurt van de maximumwaarden Het gewicht van de last op de vorken is 2000 kg (2). Er is een tolerantie van ± 50 kg van toepassing.
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control WAARSCHUWING Risico van stabiliteitsverlies De bestuurder mag tijdens het rijden niet naar een MP3-speler of enig ander apparaat luisteren dat de aandacht van de bestuurder kan afleiden van zijn/haar werkomgeving. Hij/zij moet ook bijzonder goed opletten in geval van een hard omgevings- geluid.
Pagina 92
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control Voorbeeld van het aflezen van een display met optie de Dynamic Load Control (DLC) uitvoering 3: Het gewicht van de last op de vorken (4) wordt niet weergegeven. De gemeten hefhoogte (3) is 2,9 m. De maximaal toegestane hoogte is 3,3 m (1) met een maximale belasting van 1400 kg (2).
Pagina 93
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control Als alleen het gemeten gewicht in de buurt van de maximale waarde zou liggen, zou alleen deze knipperen. Als alleen de gemeten hoogte in de buurt van de maximale waarde zou liggen, zou alleen deze knipperen. Voorbeeld van het aflezen van een display bij de optie Dynamic Load Control (DLC) uitvoering 3: gewicht van de last net boven...
Pagina 94
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control Voorbeeld van het aflezen van een display bij de optie Dynamic Load Control (DLC) uitvoering 3: gewicht van de last ver boven de maximale waarde Het gewicht van de last op de vorken is 1600 kg (6). Er is een tolerantie van ± 50 kg van toepassing.
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control WAARSCHUWING Risico van stabiliteitsverlies De bestuurder mag tijdens het rijden niet naar een MP3-speler of enig ander apparaat luisteren dat de aandacht van de bestuurder kan afleiden van zijn/haar werkomgeving. Hij/zij moet ook bijzonder goed opletten in geval van een hard omgevings- geluid.
Pagina 96
Gebruik Rijassistent: Dynamic Load Control Als de vorken langer dan vier uur geheven zijn, gebeurt het volgende: – Er klinkt een pieptoon – Het pictogram Dynamic Load Control (3) verschijnt op het display – Er verschijnt een gele driehoek (1) op het display.
Gebruik Gebruik in koelhuizen (speciale uitrusting) Gebruik in koelhuizen (speciale uitrusting) LET OP Standaardmachines lopen het risico dat zij onder extreme omstandigheden ernstig beschadigd raken. Alleen machines in koelhuisuitvoering mogen worden gebruikt in koelruimtes. Er moet specifieke, voor gebruik in koelhuizen samengestelde olie worden gebruikt.
Pagina 98
Gebruik Gebruik in koelhuizen (speciale uitrusting) koelhuis blijft. Het is daarom belangrijk om de machine in geval van condensvorming gedurende 30 minuten buiten het koelhuis te laten, zodat het condenswater volledig verdwijnt. GEVAAR Als het condenswater in het koelhuis bevriest, is het verboden om de vastgevroren onderdelen te bedienen.
Gebruik Machine parkeren Machine parkeren WAARSCHUWING – Laat de vorken zakken. Verwondingsgevaar – Schakel het contact uit (contactsleutel of elektronische sleutel). Laat de machine nooit onbeheerd achter wanneer de last geheven is. – Druk op de noodstopschakelaar. Stop de machine niet op een helling. Wanneer dit absoluut noodzakelijk is, moet de machine naar beneden toe met keggen onder de wielen worden Werk hervatten...
Gebruik Omgang met de batterij Omgang met de batterij Batterijtype De machines kunnen met verschillende batterijtypes zijn uitgerust. Houd u aan de informatie op het typeplaatje van uw batterij en aan de specificaties van de batterij. WAARSCHUWING Het gewicht en de grootte van de batterij beïnvloe- den de stabiliteit van de machine.
Gebruik Omgang met de batterij Machine beveiligd parkeren Bij werkzaamheden aan de batterij moet de machine veilig worden geparkeerd. De machine kan alleen opnieuw worden gestart als de afdekkingen en connectoren weer in hun werkstand zijn aangebracht. Batterijdeksel openen en sluiten Batterijdeksel openen Batterijdeksel openen: –...
Gebruik Omgang met de batterij Batterij opladen met een externe lader LET OP Diepe ontlading kan de batterij beschadigen. – Laad de batterij onmiddellijk op. – Parkeer de machine op een veilige plaats. – Controleer vóór het opladen de toestand van de batterijkabel en de oplaadkabel.
Pagina 103
Gebruik Omgang met de batterij WAARSCHUWING Tijdens het opladen van de batterij komen er explo- sieve gassen vrij. – Zorg ervoor dat het gebied goed geventileerd is. – Zorg ervoor dat het batterijdeksel geopend blijft gedurende de hele oplaadduur van de batterij. 11748011559 NL - 06/2019...
Gebruik Omgang met de batterij Zijdelings verwisselbare batterij vervangen GEVAAR Klemgevaar voor vingers Het verdient aanbeveling om tijdens het vervangen van de batterij handschoenen te dragen. WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Bij het vervangen van de batterij moeten altijd veiligheidsschoenen worden gedragen. Controleer voorafgaand aan het hanteren of zich niemand in de buurt van de machine bevindt.
Pagina 105
Gebruik Omgang met de batterij – Leg de stekker op de batterijcellen. – Plaats de machine met uitnamerollen of het rollenframe (4) recht naast het batterijcom- partiment op een vlakke ondergrond. – Bedien de vergrendelingshendel (2) en trek hem in de richting van de pijl. 11748011559 NL - 06/2019...
Pagina 106
Gebruik Omgang met de batterij – Trek de vergrendelingsstang (3) omhoog tot de batterij los is. – Trek de batterij op de machine met uitna- merollen of het rollenframe. – Vervang de batterij. Verwijder de ontladen batterij en plaats een opgeladen batterij op het rollenframe.
Pagina 107
Gebruik Omgang met de batterij – Duw de batterij voorzichtig in het batterij- compartiment. GEVAAR Klemgevaar voor vingers Duw vanaf de achterzijde (A) van de batterij tegen de batterij. Pas op dat u niet met uw vingers bekneld raakt wanneer u van bovenaf of vanaf de zijkant tegen de batterij duwt.
Pagina 108
Gebruik Omgang met de batterij – Breng de greep (2) van de vergrendelings- stang (3) omlaag en vergrendel hem in de richting van de pijl. De vergrendelingsstang moet horizontaal zijn en moet zich helemaal tegen de aanslag (5) bevinden. LET OP Risico van een onjuiste vergrendeling van de batterij De vergrendelingsstang mag in geen geval onder...
Gebruik Bediening van de machine in een noodgeval Bediening van de machine in een noodgeval Mast laten zakken in een noodgeval Met de nooddaalfunctie (1) kan de mast in geval van een probleem handmatig worden ingeschoven. Dit dient als volgt te gebeuren: –...
Gebruik Bediening van de machine in een noodgeval Sleepprocedure De machine kan niet worden gesleept als de elektrische functies zijn uitgeschakeld. De elektromagnetische rem blijft dan in gesloten stand staan. Slepen van de machine is toegestaan met be- hulp van een starre verbinding (sleepstang), als de rem van de te slepen machine niet meer werkt.
Gebruik Bediening van de machine in een noodgeval – Na het wegslepen moet de machine worden beveiligd tegen wegrollen. – Om de werking van de rem te herstellen, schroeft u de twee bouten (1) los. – Breng de afdekkingen opnieuw aan. WAARSCHUWING De afdekkingen moeten weer correct worden aangebracht voordat de machine mag worden...
Gebruik Bediening van de machine in speciale omstandigheden Bediening van de machine in speciale omstandigheden Hijsstroppen aan de machine bevestigen GEVAAR Risico dat de machine valt Gebruik alleen hijsstroppen en een takel met voldoende hijsvermogen. Controleer het gewicht van de machine (inclusief batterij) om een geschikte hijsinrichting te kunnen kiezen.
Gebruik Bediening van de machine in speciale omstandigheden Machine opkrikken GEVAAR Gevaar door zwaaien De machine moet met de nodige voorzichtigheid worden opgekrikt. Voor sommige werkzaamheden moet de machine worden opgekrikt. – Hef de lastarmen. – Schakel het contact uit en koppel de bat- terijstekker los.
Gebruik Bediening van de machine in speciale omstandigheden De machines worden normaliter per vracht- Hijsstroppen aan de machine bevestigen als wagen en/of trein vervoerd. de machine buiten werking is of als de batterij is verwijderd. Zie hoofdstuk 4 Hijsstroppen De machine moet tijdens het transport en de aan de machine bevestigen.
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Algemene onderhoudsinformatie Algemeen De volgende instructies bevatten alle infor- matie die nodig is voor het onderhoud van uw machine. Voer de onderhoudswerkzaamhe- den uit in overeenstemming met het onder- houdsschema. U zorgt zo dat uw machine betrouwbaar is en altijd goed werkt, en dat de garantie niet vervalt.
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Training en kwalificatie van service- en onderhoudspersoneel Het machineonderhoud mag alleen worden Veiligheid is de enige kritische beslissende uitgevoerd door gekwalificeerd en geautori- factor. seerd personeel. De persoon die verantwoordelijk is voor de De jaarlijkse inspectie ter voorkoming van on- uitvoering van de inspectie, moet over vol- gevallen op het werk, moet worden uitgevoerd doende kennis en ervaring beschikken om...
Onderhoud Veiligheidsrichtlijnen voor onderhoud Veiligheidsrichtlijnen voor onderhoud Maatregelen voor service en onderhoud Ter voorkoming van ongevallen tijdens serv- – Zorg dat de machine niet onverwacht kan ice- en onderhoudswerkzaamheden dienen bewegen of starten. Koppel hiertoe de alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen te batterijstekker los.
Onderhoud Aanbevolen smeermiddelen Aanbevolen smeermiddelen LET OP SAE 85W 90 API GL4 Materiële schade bij gebruik van niet-aanbevolen Kettingspray (spuitbus) smeermiddelen. Gebruik uitsluitend aanbevolen smeermiddelen. Standaard-kettingspray Alleen de hieronder vermelde smeermiddelen zijn door de fabrikant goedgekeurd. Meng geen smeermiddelen. Neem bij twijfel contact op met het Vet voor pignon en draaikrans aftersales-servicecentrum.
Onderhoud Toegang tot het technisch compartiment Toegang tot het technisch compartiment Voor het uitvoeren van werkzaamheden aan diverse componenten van de machine, is toegang tot het technisch compartiment nodig. – Zet de machine op de rem – Laat de vorken dalen –...
Pagina 122
Onderhoud Toegang tot het technisch compartiment – Deur (2) van het technisch compartiment openen Sluit het technisch compartiment nadat u klaar bent. – Deur (2) sluiten LET OP Beknellingsgevaar voor vingers. Pas op dat u niet met uw vingers bekneld raakt tussen de deur en het chassis.
Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur Onderhoud om de 1000 uur Afhankelijk van toepassing, omgevingsomstandigheden en rijstijl dienen de volgende werkzaam- heden te worden uitgevoerd om de 1000, 2000, 3000, 4000, 6000, 7000, 8000 en 9000 uur Voorbereiding Machine reinigen Storingscodes controleren met behulp van het diagnose-apparaat Chassis en uitrusting Toestand van de vorken controleren...
Onderhoud Onderhoud om de 5000 uur Toestand en bevestiging van het beschermrooster controleren Speling van de pennen controleren Onderhoud om de 5000 uur Afhankelijk van toepassing, omgevingsomstandigheden en rijstijl dienen de volgende werkzaam- heden te worden uitgevoerd om de 5000 en 10.000 uur Informatie Voer alle werkzaamheden van het onderhoud om de 1000 uur uit Hydraulisch systeem...
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Chassis, plaatwerk en bevestigingen Machine reinigen Reinigingsinstructies – Parkeer de machine. – Druk op de noodstopschakelaar. LET OP Gevaar van elektrische schokken De batterij moet altijd gedurende de reinigings- werkzaamheden losgekoppeld zijn. Buitenkant van de machine wassen WAARSCHUWING Risico van beschadiging van de machine –...
Pagina 126
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen OPMERKING Gebruik uitsluitend droge reinigingsmidde- • Verwijder de afdekkingen niet • – Reinig de elektrische componenten met een niet-metalen borstel en droog ze met een zachte stroom perslucht. Na het wassen – Droog de machine zorgvuldig (bijv. met perslucht).
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Algemene informatie over onderhoud van de batterij GEVAAR LET OP Verwondingsgevaar Voor gelbatterijen gelden specifieke instructies voor laden, onderhoud en behandeling. Het ge- Voordat er werkzaamheden aan de elektrische bruik van de verkeerde lader kan ertoe leiden dat installatie worden uitgevoerd, moet de voeding de batterij onherstelbaar defect raakt.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Toestand van de vorken controleren – Controleer of de vorken (1) geen vervor- ming, scheuren, overmatige slijtage of bar- sten vertonen. LET OP Beschadiging van de machine Als het vorkenbord beschadigd is, dient u de ma- chine te laten aanpassen door het aftersales-ser- vicecentrum.
Onderhoud Stuurinrichting en wielen Stuurinrichting en wielen Toestand van de wielen controleren – Krik de machine op tot de wielen van de grond vrij zijn. – Controleer of de wielen vrij draaien en verwijder alle materiaal waardoor de wielen eventueel niet kunnen draaien of de wielen kunnen blokkeren.
Onderhoud Elektrische uitrusting Elektrische uitrusting Elektrische componenten reinigen en schoonblazen LET OP Gevaar van elektrische schokken Koppel altijd de batterijstekker los voordat u aan een elektrische component werkt. – Druk op de noodstopschakelaar. – Koppel de batterijstekker los. – Open het deksel van het technisch compar- timent.
Onderhoud Elektrische uitrusting Elektrolytniveau en -dichtheid controleren OPMERKING Verwijder de batterij uit het batterijcomparti- ment om het waterniveau te controleren. WAARSCHUWING De elektrolyt (verdund zwavelzuur) is giftig en bijtend! – Draag bij werkzaamheden aan batterijen altijd persoonlijke beschermingsmiddelen (veilig- heidsbril, veiligheidshandschoenen). –...
Onderhoud Elektrische uitrusting Toestand van kabels, aansluitklem- men en batterijstekker controleren – Controleren of de kabelisolatie onbescha- digd is – Controleren of de aansluitingen geen tekenen van verhitting vertonen – Controleer of de ”+” en ”-” uitgangsklemmen niet gesulfateerd zijn (aanwezigheid van witte zoutuitslag) –...
Onderhoud Hydraulische systemen Hydraulische systemen Hydraulisch systeem op lekkage controleren – Machine uitschakelen en batterijstekker loskoppelen – stoel helemaal naar voren schuiven – Deur van het technisch compartiment openen – Inspecteer het hydraulisch systeem: leidin- gen, slangen en aansluitingen tussen de pompeenheid en de cilinders –...
Pagina 134
Onderhoud Hydraulische systemen – Deur van het technisch compartiment openen Om een juiste werking van de machinefuncties te garanderen, moet het oliepeil zich tussen de minimum- (3) en maximummarkering (2) op de tank bevinden. – Verwijder de plug (1). Indien nodig via de opening bijvullen –...
Onderhoud Hefmast Hefmast Kettingen reinigen en smeren LET OP OPMERKING Risico van slijtage en beschadiging van de uitru- Als een hefketting te vuil is, dient u deze te sting. reinigen. Kettingen zijn veiligheidskritische componenten. – Plaats een opvangbak onder de hefketting. Het gebruik van koudreinigers, chemische pro- ducten, zuur of chloorhoudende producten kan de –...
Onderhoud Hefmast – Schuif de mast helemaal in. – Draai de borgmoer (2) los – Span de kettingen enigszins door de moer (1) aan te halen. – Draai de borgmoer (2) opnieuw vast. LET OP Risico van slijtage en beschadiging van de uitru- sting.
Pagina 137
Onderhoud Hefmast GEVAAR Slecht zicht Het scherm moet correct worden aangebracht en op de juiste wijze worden bevestigd. Bevestig niets aan het scherm dat het zicht op de vorken kan belemmeren. Bij het reinigen van de vorkenbordzijde mag het scherm alleen worden gereinigd als het vorkenbord helemaal is gedaald.
Onderhoud Stallen en buiten bedrijf stellen Stallen en buiten bedrijf stellen Machine stallen Er moeten voorzorgsmaatregelen worden LET OP getroffen als de machine gedurende een Gebruik geen kunststoffolie, omdat dit de vorming langere periode niet wordt gebruikt. De van condenswater bevordert. handelingen zijn afhankelijk van de duur van de periode waarin de machine niet wordt Raadpleeg de serviceafdeling voor verdere...
Onderhoud Stallen en buiten bedrijf stellen Permanent buiten bedrijf stellen (sloop) Wanneer de machine wordt gesloopt, is het volgende noodzakelijk: – Verwijder de verschillende onderdelen van de machine (afdekkingen, batterij, kettingen, elektromotoren etc.) – Sorteer de componenten op soort: leidin- gen, rubber componenten, smeermiddelen, aluminium, ijzer etc.
Pagina 140
Onderhoud Stallen en buiten bedrijf stellen 11748011559 NL - 06/2019...
Pagina 148
Trefwoordenregister FleetManager™ Joystickfunctie Beschrijving ....61 Achterzijde van de joystick ..57 Een met een RFID-kaartlezer Voorzijde van de joystick .
Pagina 150
Trefwoordenregister Veiligheidsvoorzieningen ... 108 Werk hervatten ....89 Verantwoord gebruik ....8 Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting .