Verwijder de zes aangegeven M4,2 x 13mm
Schroeven met Tussenring (5) en de zes
Platte Tussenringen van de Voetrail (25) Laat
het Onderstel (50) vervolgens zakken (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK op bladzijde 17).
a
50
5
25
5
Verwijder de vijf aangegeven M4,2 x 19mm
Tussenring Kopschroeven (9). Verwijder dan voor-
zichtig de Motorkap (56).
56
9
5
25
5
9
9
Zoek de Snelheidssensor (113) en de Magneet
(91) aan de linkerkant van de Katrol (46). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is. Draai, indien nodig, de M4,2 x 13mm Tekschroef
(112) wat los en verplaats de Snelheidssensor
enigszins. Draai de Tekschroef weer vast. Laat de
loopband een paar minuten draaien om te controle-
ren of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig
de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
3 mm
Zicht
112
van
boven
113
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toets Stop en de toenametoets
Speed (snelheid) in, plaats de sleutel in het
bedieningspaneel en laat de toets Stop en de toe-
nametoets Speed weer los. Druk op de toets Stop
en druk dan op de toenametoets of afnametoets
Incline (helling). De loopband stijgt automatisch
naar het maximale hellingsniveau en keert dan
terug naar het minimumniveau. Hierdoor wordt
het hellingsysteem opnieuw geijkt. Als de helling
niet kalibreert, druk dan op de toets Stop en druk
opnieuw op de toenametoets of afnametoets
Incline. Als het hellingsysteem is gekalibreerd,
dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
1,5 meter of korter.
19
46
91
) snoer van
2