14 Overige
Afspelen vanaf de externe
audio/video-ingang
U kunt een externe audio-/videospeler
aansluiten op dit systeem.
1
Sluit een Composite AV-kabel aan op:
•
de AV-IN-aansluiting op het
voorpaneel en
•
de audio- en video-uitgangen van de
externe speler.
2
Raak
>
aan om het volledige menu
met alle functiepictogrammen te openen.
3
[AV-IN1] aan om het scherm voor
Raak
het afspelen weer te geven.
4
Gebruik de externe speler om het afspelen
te starten (zie de gebruikershandleiding
van het externe apparaat).
Tip
•
Als u dit systeem aansluit op een externe speler via
de VIDEO IN-, AV-IN L- en AV-IN R-aansluitingen op
het achterpaneel, raakt u
schakelen op deze bron in plaats van
234 NL
[AV-IN2] aan om over te
[AV-IN1].
Beeldschermen achterin
gebruiken
Als een of twee beeldschermen zijn
gemonteerd voor de passagiers achterin, kunt u
verschillende bronnen voor de passagier voorin
en de passagiers achterin selecteren.
Opmerking
•
Zorg ervoor dat de beeldschermen achterin goed zijn
aangesloten op dit systeem.
•
Alleen wanneer de modus voor weergave in meerdere
zones is ingeschakeld, kunnen de beeldschermen
achterin signalen van het systeem ontvangen.
•
Standaard worden dezelfde signalen overgebracht naar
de beeldschermen voor- en achterin.
•
Wanneer u een disc, USB-opslagapparaat, SD/SDHC-
kaart of via de USB-aansluiting aangesloten iPod/iPhone
selecteert als de bron voor de zone voorin, kunt u een
andere bron selecteren voor de zone achterin.
•
Alleen wanneer de radiomodus, de navigatiemodus of
de Bluetooth-modus is geselecteerd, kunt u een disc,
SD/SDHC-kaart, USB-opslagapparaat of via de USB-
aansluiting aangesloten iPod/iPhone selecteren voor de
zone achterin.
1
Raak
>
aan om het volledige menu
met alle functiepictogrammen te openen.
2
Raak
aan.
R
» Het menu [Rear Zone] wordt
weergegeven.
3
Raak [Mode] aan om de signaaloverdracht
naar de beeldschermen achterin in of uit te
schakelen.