6. INSTALLATIE
6.3-1 Aansluiten van voedingskabel
De aansluiting voor de netvoedingskabel bevindt zich in
het gebied van de netschakelaar.
LET OP!
De minimumdoorsnede van de aardgeleider moet in over-
eenstemming zijn met de plaatselijke veiligheidsvoor-
schriften voor sterkstroom.
N - blauw
PE – groen en geel
De aansluiting van de elektrische voeding moet worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnische
ontwerper
TECHNISCHE GEGEVENS
•
Parameters van elektrische apparaten worden vermeld
•
op het label dat is aangebracht op de behuizing van het
bedieningsapparaat.
36
2VV. Innovatieve oplossingen voor u en uw bedrijf sinds 1995.
Alle fasen van de elektrische voeding moeten worden
aangesloten met het bijbehorende type circuitonderbre-
ker. De afstand tussen onderbroken contacten moet meer
zijn dan 3 mm.
Het toestel moet zodanig worden aangesloten dat deze
van de netvoeding kan worden losgekoppeld met behulp
van een enkele
voedingsschakelaar.
Sommige units hebben hogere lekstromen. Daarom heb-
ben apparaten vanaf bouwgrootte 3200 een tweede klem
voor het aansluiten van een extra aardaansluiting.