Inhoudsopgave
Advertenties
6. INSTALLATIE
LET OP!
Wanneer u het toestel wilt verplaatsen, is het nodig om
•
een geschikt hefwerktuig (bijv. vorkheftruck) te gebrui-
ken
6.1-4 Aansluiten van sensoren op externe
modules
Externe modules met water- en DX-batterij worden gele-
verd met sensoren T-WATER-OUT, T-EXT-4
Externe modules met C/O-batterij met sensoren: T-WA-
TER-OUT, T-WATER-IN, T-EXT-4). Elke sensor is 10 m
lang. Deze sensoren moeten worden aangesloten op het
bedieningssysteem. Kanaalsensor T-EXT-4 moet achter
de externe module worden aangebracht en zo worden
geïnstalleerd dat het toestel afgedicht blijft van de bui-
tenwereld
6.1-5 Montage van de drie afzonderlijke
modules van het toestel
Van grootte 10000 tot 14000 worden units geleverd als
afzonderlijke modules die tijdens de installatie aan elkaar
worden gemonteerd.
Units 3200-7000 kunnen in drie afzonderlijke modules
worden geleverd of in de fabriek aan elkaar worden ge-
monteerd.
De afzonderlijke modules moeten aan elkaar worden be-
vestigd met bouten die bij het toestel worden geleverd.
Elektrische aansluiting van afzonderlijke modules ge-
schiedt met behulp van universele aansluitklemmen met
corresponderende numerieke aanduiding.
Druksensoren worden aangesloten in module nr. 2 met
behulp van leidingconnectors. Afzonderlijke slangen
moeten lopen van modules nr. 1 en 3 naar module nr.
2, waarop ze worden aangesloten volgens de numerieke
indicatie.
Alle panelen inclusief de achterpanelen van het toestel
moeten worden verwijderd, zodat de modules aan elkaar
kunnen worden gemonteerd.
Fig. 1
2VV. Innovatieve oplossingen voor u en uw bedrijf sinds 1995.
Fig. 2
3
Voor het aansluiten van alle kabels en slangen is het
nodig om tussen de modules een tussenruimte van ca.
20 cm te laten.
20 cm
3
Verbind de drie kabels met de aansluitingen van module
nr. 1 met de aansluitingen van module nr. 2. Leid de vier
slangen van module nr. 1 door het doorvoerrubber in mo-
dule nr. 2
2
1
20 cm
2
1
2
1
31
Advertenties
Inhoudsopgave
