6. INSTALLATIE
Verbind de twee kabels met de aansluitingen van module
nr. 3 met de aansluitingen van module nr. 2. Leid de vier
slangen van module nr. 3 door het doorvoerrubber in mo-
dule nr. 2
3
Sluit de vier slangen aan die van module 1 en 3 door het
doorvoerrubber in module 2 zijn geleid en volg hierbij de
nummeraanduiding.
3
Plaats de modules tegen elkaar. Zorg dat er geen kabels
os slangen worden beschadigd!
32
1
2
2
2VV. Innovatieve oplossingen voor u en uw bedrijf sinds 1995.
Maak de modules aan elkaar met behulp van 12 M8-bou-
ten en ringen (bijgeleverd)
12x
1
De rotor kan door duwen of trekken uit het toestel wor-
den verwijderd, zodat de modules makkelijker met bouten
kunnen worden bevestigd.
Zorg dat er geen kabels os slangen worden beschadigd!
Na het nogmaals controleren van de bedrading kunnen
de panelen weer worden aangebracht.